DAKAR 2007

DAKAR  2007




Bekijk hier de foto's



Maandag 1 januari 2007

Eindelijk zijn we zover, na 2 jaar voorbereiding kunnen we vertrekken naar Dakar. Velen zijn

ons komen uitwuiven, en om half drie rijden we de weg op met de buggy, truck en een

Toyota. De tweede Toyota komt later na.

De tanks worden onderweg nog volgedaan, en na een uurtje gaan we al de grens met Frankrijk

over. Hier is de belangstelling van de andere weggebruikers al groot voor de buggy. Iedereen

komt langsrijden om te zien wat daar nu op de weg zit. Later wordt dit alleen maar meer:

talloze foto‟s worden genomen.

Rond Parijs wordt het weer heel wat minder, dichte regenwolken pakken zich hier samen, en

eens op de ring komt het water dan ook met bakken naar beneden. Gelukkig hebben we wel

goede ruitenwissers op de buggy. Wat we echter niet hebben is een verwarming op de

voorruit, die dan ook constant aandampt. Gelukkig kan Anne in een shop ergens doekjes voor

de ruiten vinden en wordt dit probleem wel niet opgelost, maar toch een beetje verholpen.

Wie voorziet nu ook verwarming in een woestijnbuggy?

Rond 21.30 h zoeken we een hotelletje in de buurt van Tours. De truck word vakkundig in de

tuin van die mensen geparkeerd. Die hoeven nu enkel nog de putten met water te vullen en ze

hebben een mooie vijver, volledig gratis.

Bij het eten blijkt al dat Stefaan, die al wat ziek vertrok, alsmaar zieker wordt. Eten verlaat

zijn lichaam langs daarvoor niet voorzien openingen, en hij slikt nog maar wat pillen extra om

er rap door te komen. Foute gok zo blijkt later, hij is namelijk allergisch voor de pillen

waardoor het alleen maar erger wordt.

Dinsdag 2 januari 2007

Na een goede nachtrust, soms onderbroken door een sonoor geronk, en een flink ontbijt gaan

we terug op pad. De thermos wordt opgevuld aan de ontbijttafel, want zonder koffie

functioneert een Hollander niet. Bij een tussenstop wordt die dan ook goed gebruikt, maar als

ze op de motorkap van de Toyota gezet wordt blijkt dat die zo goed gepolijst is dat het net een

ijspiste is. Exit koffie dus. Gelukkig zijn er overal automaten, al is de gebruiksaanwijzing niet

overal even duidelijk. Nu kennen we ook het verschil tussen café court en long.

Bij de payeage moet er mij telkens iemand te hulp komen in de buggy: ik kan enkel mijn arm

een beetje uit het raapje steken en kan niet bij het ticket. En een vleugeldeur opendoen tussen

twee betonnen muren in blijkt ook niet te lukken. Ja zeg, die buggy is voor de woestijn

gemaakt. Voordeel is wel dat ook bij de betaling dit iemand anders dit voor mij moet komen

doen. Best aangenaam die buggy!

Stefaan is ondertussen verhuist naar het bed achter in de Toyota, en komt er niet meer uit. We

verdenken hem ervan komedie te spelen, omdat het bij het vriespunt is en verdomd koud in de

buggy. Zo kan hij de reis maken in een lekker warm bed. Zijn kleur echter varieert tussen

bleek en iets donkerder wit, zodat alle twijfels worden weggenomen.

Ondertussen zijn we de grens met Spanje overgestoken, en zoeken we iets om te eten. Het is

halfacht, maar naar Spaanse gewoonte nog veel te vroeg om te eten. “A las oche” vertelt de

uitbaatster ons. Even geduld dan maar. Voor Stefaan geeft het niet, hij blijft waar hij is en

alleen voor beschuit komt hij er uit.

Dan verder want we willen zo ver mogelijk geraken vandaag. Om half twaalf vinden we een

hotel, en dat blijkt best mee te vallen. De bar is nog net open en we kunnen dus nog een

Ricard drinken, in een met chinees porselein overladen zaal. Anne wil even proberen of het

wel echt is, maar dat kunnen we hem toch uit het hoofd praten.

Na een kleine aanpassing van de slaapkamer vind iedereen zijn plekje, en wordt alles

betrekkelijk rustig.

Woensdag 3 januari 2007

Ontbijt kunnen we hier niet krijgen om half zeven, dus zo maar op weg. Stefaan heeft de

nacht in de Toyota doorgebracht maar begint nu toch al een beetje kleur te krijgen. We

stoppen wat verder voor een koffie en na wat onbedoelde sight seeing gaan we terug de

snelweg op.

De temperatuur is hier echter gezakt tot min 3, en de ruiten van de buggy moet ik dan ook

constant ijsvrij maken. Natuurlijk behoort een ijskrabber tot onze standaard uitrusting.

Op de snelweg is het echter niet meer te doen en moet ik de buggy aan de kant zetten daar ik

totaal geen zicht meer heb. Ik volg dan maar de lichten van de Toyota tot aan een parking.

Daar voeren we een kleine ingreep uit aan de ventilatie. Met waterleidingen als verlengstuk

laten we lucht op de voorruit blazen, die zo ijsvrij blijft vlak voor mij. Toch een hele

verbetering. Met een dikke vest aan, en een bodywarmer over handen en benen is het best te

doen. Al kon het beter.

In de namiddag steken we de grens met Portugal over, en gelukkig is dan de temperatuur al

flink gestegen. Op een parking worden we plots overvallen door een bende loslopende

vrouwen, maar gelukkig hebben we iemand bij die daar goed weg mee weet. Ik heb beloofd

hier niets over te lossen, dus wachten op de foto‟s.

Het wordt al donker als we Lissabon binnenkomen. De truck is ook niet echt het ideale

stadsvervoer, en soms moeten ze eens iets oplossen met het recht van de sterkste. Toch een

goed gerief. Parking vinden we voor de truck op een bushalte (moet je bij ons eens proberen),

en de buggy parkeer ik professioneel op de trappen voor de ingang van een gebouw. En de

omstanders vinden het fantastisch. Rare jongens die Portugezen.

Hier is het zelfs zo goed dat we nog rustig iets kunnen drinken op een terras, een heel verschil

met deze morgen. Nog wat eten, en het bed in. Marc legt zich neer en is een halve minuut

later al vertrokken, ik volg.

Donderdag 4 januari 2007

Nu begint het echte werk voor ons: keuring van buggy en truck en administratieve keuring,

wat inhoud dat wij ons van alle mogelijke papieren en stempels moeten voorzien. Eerst willen

we wel dat de auto‟s proper staan, en zoeken we een car wash. Die vinden we nog ook in de

stad aan de haven. De buggy en Toyota kunnen binnen gewassen worden, de truck buiten met

de drukreiniger. Hiervoor rekent de uitbater ons vlot 95 euro aan, zijn dag kan al niet meer

stuk. Werner wil ook nog modderbanden op velgen laten leggen, en dat kan in een

nabijgelegen bandencentrale. Hier tonen de ingebouwde Festo cilinders voor het eerst hun

nut. Op enkele seconden staat de buggy los van de grond, en kunnen de wielen gemakkelijk

verwisseld worden. Ondertussen heeft zich het eerste probleem aangemeld: de koppeling. Op

de heenreis heb ik ze al eens voelen slippen, maar in het stadsverkeer heeft ze nu helemaal de

geest gegeven. De proeven op de testbank de week voor het vertrek heeft ze blijkbaar geen

goed gedaan, en enige optie is dan ook vervangen. Nu vind je in een stad als Lissabon niet zo

vlot een parking om alle auto‟s te zetten, dus werd het dan maar het trottoir. Even voorstellen:

midden een grote stad langs een grote weg met een tramlijn, de buggy met twee wielen op het

voetpad, de Toyota en de truck met open luiken ervoor geparkeerd. Moet je bij ons eens

proberen. Toen de politie stopte vreesde ik dan ook dat we gingen weggetakeld worden, maar

nee, ze vroegen enkel om geen olieplekken na te laten, bleven nog even belangstellend staan

kijken en vertrokken. Ik begin het hier plezant te vinden.

Motor eruit, even naast de buggy leggen, koppeling vervangen en alles er weer in. Op twee

uur was de klus geklaard. Als generale repetitie kan dat tellen!

Nu nog de keuring vinden. Overal staan wegwijzers naar overal, voor alle categorieën. Het

hele deelnemersveld is op zoek, en massa‟s kijklustigen overal. Ook hier bewees de truck zijn

nut om vlot door het verkeer te komen: het is zo een beetje als met Mozes en de Dode Zee,

maar dan met meer PK‟s.

De auto‟s laten we achter in de wachtrij onder de hoede van Katrien en Marc, en wij gaan

onze papieren in orde laten brengen. Eerst document, en het begint al. We moeten aan de

ingang de tijd laten invullen van aankomst. Daar wilde men dat niet doen omdat de truck nog

niet binnen stond. En de truck mocht niet binnen omdat er geen CB zender in zat, een

wijziging van het reglement. Gelukkig konden we die ter plaatse kopen, en wat later zat die

dan ook ingebouwd. De rest van papieren en stempels ging tamelijk vlot, en een dik uur later

stonden we weer op de parking bij de wachtrij. De buggy was nog geen meter vooruit

gekomen. Ondertussen werden GPS en Sentinel gemonteerd door de organisatie. Hier bleek

de steun niet goed te zijn, maar die kon ter plaatse… enzovoort…, een uurtje later ook dit in

orde.Rond 5 uur reed de buggy eindelijk de keuring binnen, werden de stickers met

racenummers opgekleefd, en de keuring afgehandeld. Dit was mijn grootste zorg tot nu toe, en

niet alleen de mijne denk ik. Alles bleef beperkt tot een tweetal kleine opmerkingen, en om

een uur of 7 kregen we de stempels in het boekje van de buggy. Een geruststelling voor het

hele team. Ondertussen was de truck ook aan het aanschuiven, en bij de eerste keuring al ging

het mis: geen lichten. Dus terug uit de wachtrij naar het begin en eerst herstellen. Oorzaak

bleek een zekering, waarschijnlijk gesneuveld bij het installeren van de CB zender. Jammer,

terug aanschuiven. Keuring voor assistentietrucks leek meer een pure formaliteit, ofwel waren

de keurmeesters ook al moe aan het worden, het was al 9 uur. We hebben zelf de stickers

helpen opkleven, de papieren invullen en afstempelen, ging lekker vlotjes. Bij het uitrijden

van de keuring werden de officiële foto‟s genomen onder massale publieke belangstelling.

Overal staan mensen: langs hekkens,op muren, op de straten, echt een belevenis.

Nog even op straat rondlopen, wat eten en dan bescheiden vieren van de eerste overwinning,

zij het er een op de papieren. Morgen sta ik op met een bescheiden hoofdpijn, maar ik heb het

er voor over.

Vrijdag 5 januari 2007

Vandaag is het een rustdag voor ons. Alles in orde, auto‟s gekeurd, dus is er tijd om eens het

hele Dakar gebeuren in ogenschouw te nemen. Anne en ik maken van de gelegenheid gebruik

om voor het thuisfront te zorgen. Draadloos internet blijkt toch niet zo vanzelfsprekend te

zijn, en internet via GSM iets moeilijker dan gedacht. Na 4 uur met Vodafone aan de lijn te

hebben gehangen lukt het eindelijk: verbinding.Tot we de foto‟s willen doormailen, dan valt

de verbinding weer uit. Ook via een de internetverbinding van het hotel wilde het niet lukken.

Dan maar zo laten en even naar de Dakar happening gaan kijken. Daar stond toevallig een

stand tussen van een internetprovider. Op de vraag of we daar ook een mailtje konden

versturen ging de standhouder graag in, en hij wilde zelfs een programma downloaden om te

foto‟s te verkleinen. Probleem opgelost, voorlopig althans. Die verbinding moeten we nog in

orde zien te krijgen.

Om 7 uur ‟s avonds was er nog de briefing voor de piloten betreffende de veiligheid en

gebruik van het roadbook, en om 8.30 hetzelfde voor assistentie. Dit alles in een propvolle

schouwburgzaal. Er gaat een pak volk mee naar Dakar zo te zien.

Nu nog alles weer inpakken, de planning voor de komende twee dagen tot in Marokko

bespreken, en gaan slapen voor de laatste nacht in een echt bed.

Zaterdag 6 januari 2007

Vanmorgen nog eens uitgeslapen, om 9 uur ontbeten op het gemak. Werner zit al in

raceoverall aan tafel, Stefaan is nergens te bespeuren. We vermoeden dat hij ergens op een

klein kamertje zit, maar hij is naar het schijnt de roadbook van buiten aan het leren.

Om 10 uur steekt Katrien haar laatste sigaret op – kijken of ze haar belofte houd. Marc houd

zijn hart vast, hij moet het tenslotte nog twee weken bij haar uithouden.

Werner en Stef gaan met de taxi naar de start, en wij vertrekken met de truck ,naar ons

startpunt. We kunnen niet bij de start aanwezig zijn wegens veel te veel volk daar.

De start is een belevenis op zich. Overal staan rijen mensen, de straten zijn bomvol, bruggen

staan vol, zelfs op de snelweg die we wat later volgen staan mensen. Ontelbare foto‟s worden

genomen, langs alle kanten moet je zwaaien. Toch wel een beetje fantastisch.

Bij de eerste special kunnen we als assistentie team niet bijzijn, dat is niet toegestaan.Dus

rijden wij direct door naar een plaats even voorbij de proef. Onderweg staan 2 motorrijders

langs de snelweg, duidelijk met pech. We stoppen natuurlijk, tijd zat, en krijgen te horen dat ,

ze zonder benzine zitten. De special was wat lang voor hen, en nu staan ze dus droog.

Gelukkig hebben wij een jerrycan bij voor de stroomgroep, en we gunnen ze best een paar

liter. Het zijn wel Hollanders, maar toch…

Even verder stopen we bij een tankstation, waar blijkbaar iedereen staat. Grote drukte, alle

serviceteams staan hier te wachten op hun rijders. We parkeren ons in het grasperkje naast

AD sport, en wachten maar af. Ondertussen kunnen we in het station de race volgen op TV.

Een babbeltje met Brigitte Beque die ook net toekomt is wel leuk. Rond drie uur zetten we

maar al alles in orde voor als de buggy toekomt. Wachten…

Tot we bericht krijgen van iemand dat de buggy zwarte motorproblemen heeft. Er komt veel

zwarte rook uit, en de motor heeft geen macht meer. Het publiek helpt hem verder duwen. Het

ziet er niet goed uit. Ondertussen zijn de trucks ook al aan de race begonnen, en razen voorbij

de buggy. Het beloofd een lange dag te worden.

Koen Wauters komt naast ons binnen, direct opkrikken die auto, alle steekassen eruit en

nieuwe erin, hetzelfde bij de tweede auto van Fereyn, die al eerder toegekomen was.

We zien nu ook andere deelnemers toekomen, veel met gehavende auto‟s,het terrein is zwaar,

zeer zwaar.

Omstreeks 6 uur krijgen we eindelijk contact met Marc. Zij staan aan het parcours, maar

hebben de buggy nog niet gezien. Ze besluiten om naar de uitgang te rijden, en daar af te

wachten. Een dik half uur later telefoon: de buggy is van het parcours, en kan eindelijk de

baan op richting onze truck. De twee Toyota‟s begeleiden hem. Ondertussen zetten wij de

truck klaar: luiken open, materiaal uitladen en stroomgroep starten. Vlug geeft Werner een

opsomming van de problemen, hij ziet er vermoeid uit, je zou van minder. De zandpiste van

vandaag was zoals de organisatie voorspeld had: de Sahara waardig. Sporen van bijna een

halve meter diep, en ernaast kort struikgewas.

Nu aan ons om in actie te schieten: geen turbodruk, compressor werkt niet, blaassysteem

afgebroken bij voorwiel, een mooi begin.

Met man en macht beginnen we er aan, compressor blijkt kapot, dus die van de Toyota moet

er uit en in de buggy overgebouwd worden. Het probleem met de turbodruk is gelukkig niet

erg, enkel een losgekomen leiding.Het kon erger. Het blaassysteem laten we voor wat het is,

de tijd dringt want hij moet voor twaalf uur binnen zijn. Om half negen scheurt hij weer weg,

met nog dik 300 km voor de boeg. Nu kunnen ook de Toyota‟s weer op pad, want hun schema

is nu ook kompleet overhoop gehaald. Zij moeten morgenvroeg om 7 uur de boot in Gibraltar

halen, wat betekent dat ze nog heel Spanje door moeten. De eerste slapeloze nacht voor hen.

Wij laden alles terug in en kunnen nu ook terug op weg. Gelukkig dat alles op zijn pootjes

terecht gekomen is.

„s Avonds hebben we Werner en Stefaan teruggevonden in het bivak in Portemao. Ze zijn op

tijd binnengekomen en de buggy staat in het pa fermé. Wij zetten de truck op de parking van

de assistentie en slaan onze tenten op. Tip voor kampeerders: koop nooit een Nederlandse tent

, het is gewoon rommel. Heel de stad viert hier nog nieuwjaar, dus gaan wij ook nog eens op

stap.

Zondag 7 januari 2007

De eerste nacht in tent is best meegevallen, beetje koud, maar alles went. Met een shuttlebusje

worden we naar de stad gevoerd, waar we iets zoeken om te ontbijten. Van daar naar het parc

fermé om de buggy op te halen, start om 10.55uur, weer onder grote publieke belangstelling.

Wij gaan op pad, tot even voorbij de start van de special, waar we een dorp inrijden om wat

inkopen te doen. De Intermarché is hier open op zondag, en we kunnen heel ons

boodschappenlijstje afwerken. Op de parking staat er ondertussen al wat volk rond de truck te

kijken terwijl we wat orde op zaken stellen in de laadruimte.

Zo komen er ook 3 Vlaamse dames bij ons staan, die ter plaatse verblijven. We blijven praten

en ze besluiten te wachten tot de buggy komt, want die willen ze zien. We hebben

ondertussen telefoon gehad van Stef dat ze uit de special zijn, en naar ons toe komen. Als wat

later blijkt dat ze de weg niet vinden is een van de dames zo vriendelijk ons aan te bieden ze

tegemoet te rijden. Wat verderop pikken we ze op en loodsen ze naar de parking. De buggy zit

onder de modder, maar verder ziet hij er OK uit. Dus een lichte schok als Stefaan de deur

opentrekt en zegt: “ mwe zijme jin een ravijne gestuikt”. Oeps, dan toch niet zo goed gegaan.

Hun verhaal: alles ging heel goed langs smalle bergwegen, tot er een dikke laag modder

ergens op de weg lag. Achterkant van de buggy breekt uit, en de auto glijd van de baan af

ettelijke meters dieper de afgrond in. Gelukkig niet te steil, en de auto blijft op zijn wielen

staan. Werner en Stefaan hangen voorover in de gordels. Met de hulp van enkele andere

deelnemers die hen uit de diepte trekkendoor verschillende sleeplinten aan elkaar te

verbinden. Schade aan de buggy valt best mee: enkel achteraan is de motorkap licht

gebarsten, maar het is zo miniem dat we besluiten, de reparatie uit te stellen. De buggy moet

wel gekuist worden, want de modder ligt overal. De truck moet ook tanken, en de dames

begeleiden ons naar een nabijgelegen tankstation waar ook een car wash is. Wat lokale hulp is

altijd mooi meegenomen. De car wash is gesloten op zondag echter, probleem dus. Of niet,

want een van de dames en haar man die daar wonen bieden aan om bij hen thuis de auto te

wassen. Dit aanbod laten we niet liggen, en we rijden allen naar hun huis in de buurt. Daar

worden we van alles voorzien om de auto en onszelf te verzorgen. Koffie en zelfs een lokaal

gestookt drankje krijgen we aangeboden, op een fantastisch gelegen lokatie. Hartverwarmend

de gastvrijheid van die mensen. Ik weet dat jullie dit wel gaan lezen, nogmaals van harte

bedankt van het ganse team.

Werner en Stefaan maken van de gelegenheid gebruik om vlug wat te eten, en van zodra de

buggy in orde staat vertrekken ze, onder begeleiding weer van die mensen die de weg

voorrijden. Ze hebben nog een viertal uren om de resterende 450 km af te leggen naar

Malaga, doorjassen dus. Een half uurtje later vertrekken wij ook weer.

De rit naar de boot verloopt rustig, en om 23 uur komen we aan in Algeciras vlakbij Gibraltar

waar we oversteken. De wedstrijdwagens moeten door naar Malaga voor de ferry.

De laatste boot vertrekt om 23.30uur, dus wordt er goed gedrumd tussen de trucks voor een

plaatsje. Wij kunnen net op tijd erop gelukkig. De overtocht duurt langer dan verwacht, en het

is pas om 3.30 uur dat we Marokko binnenkomen. Nog wat aanschuiven bij de douane, en om

4uur „s morgens vertrekken we in Afrika, het echte begin van de Dakar.

We hebben ons toch al goed geamuseerd, zo is er de spontane vertaling van Anne van het

Portugese woord “flutebol”: nou, bij ons noemen ze dit gewoon eikel!. Of het moment dat ik

mijn broeksriem waarin ik wat geld kan opbergen moest inkorten wegens te lang. Netjes

afgemeten, doorgeknipt, en dan pas aan gedacht dat er nog geld inzat. Briefje van

20 euro in stukken dus.

Maandag 8 januari ’07

We hebben op een parking van de snelweg geslapen in de truck, even buiten Tanger. Niet te

lang, een uur of 4 maar want we hebben nog dik 600 km af te leggen, en we willen aan het

eind van de special staan als de buggy er is. Gisteravond hebben we nog telefoon gekregen

van Marc dat de injectiepomp van de Toyota kapot gegaan is. Ze gingen op zoek naar een

vervanging. Rond 3 uur ‟s morgens hadden we hem weer aan de lijn en toen was ze ergens

hersteld. Tot nu nog niks gehoord, dus hopen we maar dat alles goed gegaan is.

In Marokko is ondertussen het verschil met onze Westerse wereld al duidelijk geworden.

Fietsers en wandelaars op de snelweg is normaal, mensen staan hier zelfs op de bus te

wachten die gewoon stopt om ze op te pikken. Geen probleem hier. Een tankstation dat er aan

de buitenkant heel modern lijkt uit te zien, is aan de binnenkant gewoon leeg, of vervallen. Nu

goed, we kunnen er verdomd straffe koffie krijgen en iets wat op een broodje lijkt.

Een paar uur doorrijden en we komen in het atlasgebergte.Nooit geweten dat een hoop stenen

zo mooi kon zijn. De vergezichten zijn adembenemend mooi, alles ligt onder een strakblauwe

hemel tentoongespreid. Rond een hoogte van 2000 meter komen we de eerste sneeuw tegen.

Er kan er hier blijkbaar een pak liggen, want er staan barelen om de weg af te sluiten. Nu blijft

het beperkt tot enkele plekken die hier en daar nog liggen. De weg loopt dwars door het

gebergte en verveelt geen moment. Al zien we wel beschouwd niets anders dan stenen, het is

een ke ervaring. Voor ons toch, want wij blijven op de asfaltweg. Voor de mannen in de

buggy is het ook een unieke ervaring, maar zij moeten door de stenen. Vervelend voor ons dat

we niks van de teams weten., al zitten we er maar een paar tientallen kilometers van

verwijderd.. Wij als assistentie volgen namelijk de kortste route langs de weg, tussen start en

aankomst van de special. Rond de middag stoppen we in een klein bergdorpje waar we iets

drinken. Cola uit 37.5 cl flessen, en een thee. Best lekker die thee. Voor anderhalve euro voor

alles kan je ze niet zelf maken. Wat verderop stoppen we nog in een grotere stad in een

cybercafe om ons verslag en foto‟s door te sturen. Prijs: 20 cent. Sorry als jullie soms wat

lang moeten wachten op verslag en foto‟s, maar internet is hier nog niet echt overal

doorgedrongen, enkel in grotere steden vind je iets.

Op 10 km voor het bivak begint de truck plots raar te sturen. Het sissend geluid van de

achterkant laat weinig te raden over: onze eerste lekke band is een feit. De scheur is te groot

om ter plaatse te herstellen, dus wordt er een reserve opgelegd. Een half uur later zijn we

terug op weg. In het bivak vinden we een plaats aan de rand, en stellen alles op. Niet veel later

komt de buggy binnen. De mannen hebben een puike prestatie neergezet vandaag: als 165ste

vertrokken en als 123ste aangekomen. In het klassement gaan we naar plaats 140. De

steenpistes zijn echt het terrein van de buggy, hier presteert hij heel goed. De ophanging heeft

wel enkele heel harde klappen te verwerken gekregen, maar hij rijd nog. Veel anderen blijven

hier achter, van sommigen zijn de wielen van onder de auto gescheurd volgens Werner. Van

een Nederlands team horen we soortgelijke verhalen. Zij hebben bij een motorrijder EHBO

moeten geven, tong opzij duwen uit de keel, anders was hij gestikt. Hij is met helikopter

weggevoerd en is OK nu.De schade bij ons valt goed mee: de bovenste steun van een

schokdemper gescheurd, en een versterking naar die steun afgescheurd. Wel even bedenken

dat dit plaatstaal van 5 mm dik is, maar alles kan netjes gelast worden. Een kogelgewricht van

de ophanging is uitgesleten en dient vervangen te worden, de koplamp zit er nog in maar

hangt los met de steun gebroken. Als je dan weet dat de auto met volle snelheid in een put van

een meter diep is gevlogen, moet dat ding toch sterk zijn. Het overgewicht waar we ons

zorgen om maakten is niet voor niks geweest.

Marc en Pascal komen ook nog onverwacht bij ons langs, hun Toyota is hersteld en ze staan

even buiten het bivak geparkeerd.

Om 1 uur ‟s nachts is alles hersteld, buggy gekuist ( was echt nodig ) en een testritje gedaan..

Nu gaan we nog wat eten – het restaurant is hier altijd open - en om twee uur gaan we slapen.

Morgen vertrek om 8.50uur, dus rond 7 uur er uit.

Even over het bivak, want dat is iets waar geen aandacht in de media aan besteed wordt. Het

is meestal bij een vliegveld gelegen, want alles wordt vervoerd met vrachtvliegtuigen. Op een

grote afgesloten plaats, in het zand hier, staan alle teams opgesteld. Wie eerst binnenkomt

heeft de beste plaats, zo simpel. Elk vecht voor zijn plekje. Iedereen zorgt voor eigen

verlichting, stroom en perslucht, dus overal staan groepen te draaien en hangen enorme spots.

Ondertussen worden nog alle motoren proefgelopen, en auto‟s rijden af en aan, dus rustig

slapen is er niet bij. Er zijn tenten voor de catering, en dat is echt in orde. Vandaag was er

keuze uit soep, aardappelen, kip, brood kaas pasta, dessert, wijn, bier… alles wat je wilt.

Behalve toiletten en douches dan, daarvoor moet je de wijde natuur opzoeken. Gisternacht

heb ik nog gedoucht: water uit de tank van de truck laten lopen ( niet voorverwarmd

natuurlijk ) even inzepen en weer afspoelen. Beetje aan de frisse kant, maar je kikkert er wel

van op. Zeker als je laatste douche een paar dagen geleden is. Zo proper lopen we er hier ook

niet meer bij, gelukkig gaan geuren niet over het internet.

Dinsdag 9 januari 2007

Om 7 uur eruit, goed geslapen, al scheuren de racetrucks Kamas hier echt op en paar meter

voorbij mijn tent. Stefaan is al bezig zijn gerief op te ruimen, Werner slaapt nog. Hij is

gisteravond al om 9 uur gaan slapen, hij zit er echt door na drie heel zware proeven. De rust

kan hij best gebruiken. Als ik hem om 7.30 uur wakker maak ziet hij er een pak beter uit.

Ontbijten, met eitje, jawel, en terug naar de truck om alles in te pakken. Als ik op de truck

kruip om een foto van het bivak te nemen zie ik dat er een laagje ijs op ligt. Daarom was het

dus wat fris in de tent. Freddy Loix komt nog even bij ons informeren hoe het gaat, en wat

later krijgen we bezoek van Walter Wauters en zijn fotograaf van oa Het Volk en de

Standaard. Ook de chauffeur van hun perswagen, niemand minder dan rallylegende Guy

Colsoul, komt bewonderend naar de buggy kijken. Toch leuk. Om 10 uur verlaten we het

bivak richting Ouarzazate, 300 km voor ons, voor de buggy 600. Planning is om verder door

te rijden naar de aankomst van de special om direct bij de buggy te zijn, wat een extra 400 km

voor ons betekent. Veel, maar na 250 km steen en zandpiste kan het nodig zijn dat we daar

staan. We zien wel.

We rijden rustig verder, tijd zat. Maar om 14.30 krijgen we telefoon van Stefaan: zware

problemen bij de buggy. De stuurstangen zijn alletwee afgebroken.. Gisteren waren ze

geplooid, maar we hebben ze zo gelaten en het spoor opnieuw geregeld omdat ze nergens

kapot waren. Blijkbaar hebben ze toch meer afgezien dan we gedacht hadden. Ter plaatse

hadden ze geen GSM ontvangst, en Stefaan belt vanuit een dorp 15 km verder, hij is gelukkig

met iemand kunnen meerijden naar daar. Het plan is: Werner probeert zo goed als het gaat de

stangen te herstellen en terug te rijden naar het begin van de special. Ze waren nog maar 50

km verder geraakt, dus dat is het dichtste. Ondertussen keren wij en de Toyota‟s ook terug

naar het beginpunt en geven de assen mee aan Marc, die ze naar Werner brengt, want wij

mogen de piste niet op. Hopelijk gaat dit goed.

Kwart over drie, weer telefoon van Stefaan, dit keer beter nieuws. Ze hebben iemand

gevonden die kan lassen, en die man gaat de stuurstangen herstellen. Zo kunnen ze toch wat

verder doorrijden. Wat blijft is dat wij de nieuwe aan Marc geven, die ze dan nu naar een punt

verder in de wedstrijd brengt. Toch weer een beetje hoop. Wij zitten ondertussen met een

ander probleem, de wedstrijd GPS die onze snelheid registreert werkt niet om terug te keren.

Daar we net in een dorp zaten blijft hij aangeven dat we niet harder dan 50 mogen, elke

overtreding registreert hij onverbiddelijk, en wordt door de organisatie gestraft. Anne is niet

zo gelukkig in zijn woestijn race truck aan die snelheid.

Wat later weer telefoon van het thuisfront, ze zien dat buggy weer wat verder is, zou hij

hersteld zijn? Toch niet, want wat later staar hij weer stil. Dan begint het afwachten, blijkbaar

is het bij jullie op het forum ook afwachten, niemand weet van iets. Wij rijden verder naar het

bivak, de enige mogelijkheid die ons rest. We stellen de truck op, weer naast Kamaz, zetten

de tenten klaar voor iedereen en gaan eten. Als ik ga slapen even over 12 uur bel ik nog met

Marc. Hij is nog steeds onderweg met de stukken, dwars door de bergen over steenpiste.

Hopelijk haalt hij het, ik ken Marc nu al, hij zal ook niet opgeven. Slapen dan maar, ik heb

onze plaats in het kamp doorgebeld zodat ze ons weten te vinden, en voor wat eten en drinken

gezorgd. Als ik in mijn tent lig voel ik ze bewegen van de Kamaz truck die komt

:langsgestormt, die mannen zijn ook nog aan het sleutelen. Ik leg me neer en ben direct

vertrokken.

Woensdag 10 januari 2007

Om 6 uur worden we gewekt door Stefaan, ze hebben het verdorie gehaald!!! Vlug kleren

aan, truck opendoen en we beginnen er aan. Werner en Stefaan kruipen in hun tent voor een

heel korte slaap. Gisteren om 9 uur vertrokken, volgende dag 6 uur aankomen en al die

problemen, wegen waarop je door mekaar gestampt wordt… ik denk dat niet ze een slaappil

nodig hebben. De stuurstangen blijken afgebroken te zijn door een enorme jump, waardoor ze

tegen een versterking van de voortrein aanbotsen. Extreem, maar dat is de Dakar nu eenmaal.

We besluiten om de steunen door te slijpen, en op een andere plaats weer in te lassen. Ook de

uitlaat is afgebroken en moet gelast worden.. In de buggy vinden we de oude stuurstangen,

één doormidden gebroken en de andere 90° geplooid. Al een wonder dat ze nergens opgebotst

zijn met losgeslagen wielen. Werner heeft de gebroken as hersteld door de steel van een schop

af te zagen, en met ducktape aan de gebroken stang te plakken. Zo kon er langzaam

doorgereden worden. Terwijl we bezig zijn komt de filmploeg van VTM bij ons staan, die

mensen zijn ook al vroeg op zo te zien. Ze vragen naar Werner, maar ik wil hen niet wakker

maken voor een interview, en dat begrijpen ze maar al te goed gelukkig. Ze filmen terwijl wij

aan de buggy werken, wat las en slijpwerk levert altijd mooie beelden op.Anne haalt uit de

luchtfilter een liter of twee zand. Ik moet wat uitleg geven over wat gebeurt is, en ze willen de

gebroken stukken zien. Christ gaat ontbijt halen en komt terug met het bericht dat ze binnen

20 minuten moeten starten. Driewerf miljaar, we hebben met moeite 2 uur kunnen werken,

geen extra controles kunnen uitvoeren en Werner en Stefaan Slapen nog. VTM stat nog altijd

bij ons, en Stefaan word voor de camera uit zijn bed gehaald. Dat moet plezant zijn! Zo niet

geschminkt of niks! Ze vertellen hun ervaringen van gisteren, en wij tanken vlug de buggy

nog vol en kontroleren nog even de banden en kuisen de ruiten. Dit is echt nodig, want zand

zit iedere dag overal, en met bakken. De buggy word gestart en ze vertrekken weer, met wat

extra straftijd wegens gemiste CP en te laat aan de start. Niet goed natuurlijk, maar we zitten

nog in de race.

Als ze weg zijn ruimen we op, gaan wat eten en wassen ons wat, want in dit bivak hebben we

douche‟s.Daarna terug de weg op, voor een etappe van een 600 km. Na een half uur al

telefoon van Stefaan. Er is een arm van de ophanging gebroken op weg naar de special,

gelukkig geen ongeval gehad daardoor, maar ze kunnen niet verder. Aangezien wij een andere

route nemen geven ze ons hun positie door, en na een uur zijn we bij hen. De arm steken duurt

maar een dik kwartier en ze kunnen weer op pad. Wij keren terug naar onze route en rijden

dan door richting bivak. Zo ver komen we niet, na 100 km weer telefoon van Stef. Nu heeft de

versnellingsbak het begeven. Verdorie, en aangezien ze op de special zitten kunnen wij geen

assistentie geven. We keren wel direct terug om op de piste te gaan, we zien wat we kunnen

doen. We hebben geen kaarten met hun route, maar dat lukt wel. Aan de hand van een klein

overzichtkaartje vinden we het vertrekpunt van de special en gaan de piste op. Na amper 500

meter zitten we al vast in een plek zand met de structuur vergelijkbaar met bloem. Als je er in

stapt stijgt er een stofwolk uit op. Gelukkig hoeven we niet te veel te scheppen om de camion

terug mobiel te krijgen. We rijden verder, en het wordt ons duidelijk waar al die mechanische

breuken vandaan komen. Als je dit niet gezien hebt kan je het niet begrijpen:scherpe stenen

over de hele weg, doornstruiken, los zand, droge rivierbeddingen van een meter diep die je

pas op het laatste moment ziet. Met de truck die toch voor dit terrein gebouwd is doen we drie

kwartier over 20 kilometer. Net als we op een punt komen waar we niet meer weten

waarheen, zien we in de verte 2 witte Toyota‟s afkomen, en achter één ervan hangt onze gele

buggy. Een gelukstreffer op en parcours van 300 km lang. De Spaanse toeristen hebben

Werner en Stefaan op sleeptouw genomen, terwijl ze op eigen houtje het parcours volgden.

Zelf hadden ze hier al een gat in hun benzinetank gereden, dat provisorisch hersteld was. We

nemen van hen over, Werner en Stefaan gaan de truck in en Anne en ik nemen de buggy, die

nu achter de truck hangt. Na een 30 tal kilometer krijg ik plots een klop in het stuur, en de

buggy slaat wild van links naar rechts over de weg. Gelukkig hangt de buggy met en

sleeptouw aan de truck zodat hij niet ver van route kan afwijken. We zoeken even naar de

oorzaak, en die blijkt weer een gebroken draagarm te zijn. Die lassen we ter plaatse weer,

zodat we verder kunnen. We gaan verder op zoek naar een hotel, want naar het eindpunt van

de dagetappe rijden halen we niet meer. Ondertussen hebben we van Marc gehoord dat bij de

andere toyota ook de injectiepomp kapot is, het lijkt niet te stoppen. Zij blijven ergens in

Ouarzazat overnachten. Wij vinden een 250 km verder een hotel. De streek is hier niet echt

dichtbevolkt, en hotel in een drukke stad durven we niet nemen, want van zodra we stoppen

staat er een drom mensen rond de auto‟s en we zijn bang voor beschadiging of erger. Op zo‟n

plaats waar we even stopten gooit Anne zijn sigaret uit het raam. Dadelijk komt een jonge

kerel af: “monsieur, tu as perdu ton sigarette”, waarop Anne in zijn beste Zeeuws antwoord:”

die kan je hebben kerel”. De gast raapt de sigaret op en rookt smaakvol het peukje verder op.

In het hotel zetten we de auto‟s op de binnenkoer, en gaan wat eten.Na een douche,wat

primitief, dat wel, krijgen we een lekkere plaatselijke stoofpot met groentjes. We troosten

elkaar want uit klassement was toch niet de bedoeling en iedereen is het er gelukkig mee eens

door te gaan . We gaan de buggy hier weer volledig in orde zetten, de versnellingsbak moet

eruit wat toch wel enkele uren in beslag neemt. Overmorgen moeten we trouwens het bivak

halen in Atar waar ook de rustdag is, daar kunnen we ons terug bij de karavaan voegen en de

assistentie routes volgen tot in Dakar uiteraard. We hebben de assistentie jeeps aan de lijn

gehad en we spreken af in Taroudandt. Het blijft de bedoeling om met het team door te gaan,

daarvoor is er te hard gewerkt om dat alles voor elkaar te krijgen. Doorgaan is een feit, ideaal

om ervaring op te doen, we kunnen nog heel veel leren van de rest van het parcours .

Daarna bed in.

Tegen de tijd dat ik het licht uitgedaan heb, en terug in mijn bed kruip, hoor ik naast mij al

iemand grollen.

Donderdag 11 januari 2007

Om 8 uur ontbijten we, buiten op het terras, daar is het hier warm genoeg voor. Anne leert

weer bij dat zeem niet alleen iets is om de ruiten te kuisen, maar ook op de boterham kan.

Hier kan ik eindelijk ook nog eens mijn mail met verslag versturen zodat ze thuis ook van iets

weten, want via sms‟jes vernemen we dat er nogal wat te doen is op ons forum.

Werner, Stefaan en ik beginnen aan de buggy, Anne en Chris doen eerst wat kleine werken

aan de truck die uitgesteld zijn en waar nu tijd voor is.

We beginnen te afscherming rond de motor te demonteren om de bak te vervangen, en dan

ziet Werner de oorzaak van onze miserie: de rechtse cardanas is afgebroken net aan de

uitgang van de bak. Gisteren was het niet te zien, maar door het slepen van de buggy is de

cardan opgeschoven. Dat word dus een eenvoudiger herstelling dan gedacht. Ondertussen

vervangen we ook de gisteren gelast arm van de ophanging vooraan, nieuwe lagers in het

rechtse voorwiel, en lagerbussen van de ophanging. Het is ongelooflijk in welk tempo dingen

hier verslijten die normaal jaren meegaan.Anne werkt ook nog professioneel enkel diepere

“krasjes” weg op de buggy. Hij kan het blijkbaar niet laten. Rond een uur of drie hebben we

gedaan, en eten we nog een lekkere tanzine in het hotel. Eigenlijk heb ik nu best veel zin om

in het zwembad achter het hotel te duiken. Niet verwarmd, maar daar het buiten nu al 15

graden is en de zon zit zou het best te doen zijn. En het stof zou ook eens afgespoeld zijn…

Maar we krijgen telefoon van de Toyota‟s dat ze niet ver meer van het hotel zijn. Wij gaan

dan maar alvast tanken met de truck even verderop, en daar staan zij net ook. Eindelijk weer

samen, want de afgelopen dagen hebben we met elkaar enkel telefonisch contact gehad. En

ere wie ere toekomt, zij hebben tenslotte het zware veldwerk moeten doen en hun plan

trekken,ze hebben in het stikdonker hun weg naar de buggy moeten zoeken door de pistes, en

voor eigen eten en drinken zorgen terwijl wij als officiële assistentie de weg moesten volgen

en altijd in het bivak konden. Afgezien van soms wat lange dagen tamelijk comfortabel dus.

Zij hebben meer van de Dakar gehad dan wij. Ik heb er tot nu toe niet veel over kunnen

vertellen, domweg omdat wij ook niet wisten waar ze zaten en wat ze aan het doen waren.

Enkel door soms en telefoontje wisten we iets van elkaar.

De “bordeaux” Toyota van Gino en Pascal is nog niet hersteld en op sleep. De remmen staan

te roken, want het was een lange afdaling tot daar, zonder motorrem. Gelukkig is alles goed

gegaan. En er staan nog meer dingen te roken, door de stress heeft Katrien haar belofte te

stoppen met roken niet kunnen volhouden, en Marc die al jaren gestopt was is terug

begonnen. In plaats van een roker minder hebben we er nu één meer. Terwijl zij nu op hun

beurt eten, werken wij verder aan hun auto‟s om ze in orde te stellen. Op het terrasje van het

hotel drinken we nog een koffie of thee, en om 20 uur vertrekken voor een marathonrit. Daar

we de rit van vandaag gemist hebben, zijn we de grens met Mauretanië niet kunnen overgaan.

Daar die grenspost enkel opengesteld word voor de Dakar karavaan, hebben we maar één

andere grenspost die overblijft. Dat betekent wel een omwegje van 1600 km, en we willen op

de rustdag zaterdag in het bivak terug zijn. We wisselen om de paar uur af van chauffeur, volk

genoeg, zodat iedereen kans krijgt om een paar uur te slapen. De Toyota‟s zijn wat dit betreft

luxe voertuigen, er is slaapruimte voorzien achteraan.

Vrijdag 12 januari 2007

Rond een uur of 7 stoppen we ergens in een dorpje voor een kop koffie. We zien dat de

uitbater aan andere klanten warme melk serveert, en een pakje nescafé. Katrien maakt hem

duidelijk dat wij echte koffie willen, zonder melk. Daar wringt nu het schoentje,het water

voor de koffie is op, en dus doet hij het maar met warme melk. Inventief toch die kerels?

De meerderheid drinkt het toch maar op, Pascal is in de wolken met zijn warme melk ‟s

morgens. Gelukkig heb ik thee besteld. Waar daarvoor dan het water vandaan komt durf ik

mij niet af te vragen, ik ben al lang blij dat ik iets warms te drinken heb.

Terug in de auto‟s nu, we hebben nog een lange weg te gaan. Nu rijden we de westelijke

Sahara binnen, grotendeels een steenwoestijn. Er ligt een kaarsrechte asfaltweg doorheen,

waar gek genoeg soms borden staan met verboden in te halen. Komt er soms eens een flauwe

bocht, dan staat dit een kilometer op voorhand al een waarschuwingsbord. Hier begin ik in de

buggy het gevoel te krijgen dat de voorwielophanging die we gisteren vernieuwd hebben niet

goed is uitgelijnd. Ik moet constant hard naar links blijven sturen om rechtdoor te gaan. Als

we wat later even stoppen weet ik direkt wat de oorzaak is: ik krijg de deur niet open van de

wind die er tegen beukt. We eten hier ons middagmaal, of is het ontbijt? Niemand die het

weet, de frankfurter worstjes zijn eigenlijk best lekker, maar hadden op de barbecue gemogen

in plaats van koud.. Volgende keer Stefaan? We zitten nu al een dikke 200 km in de woestijn,

en hier komen we een fietser tegen. Onvoorstelbaar, hij hangt schuin in de wind, fiets

afgeladen vol met reistassen.

De sterke wind neemt een hoop zand mee, en het is soms net of er een mist hangt. Ik krijg een

berichtje dat de proef van vandaag geannuleerd is door een zandstorm, en wij gaan die

richting uit, dat belooft nog. Tegen de namiddag zitten we er in, geen echte zandstorm nog,

maar hevig genoeg om de baan bijwijlen volledig met zand te bedekken, en de auto voor je

zie je niet meer rijden. Bij een van de vele politiekontroles zegt men ons dat we moeten

oppassen voor zand op de weg. Ja bedankt, dat wisten we nog niet

Omstreeks half zeven ‟s avonds bereiken we de grenspost met Mauretanië. Met zo‟n karavaan

als de onze trek je natuurlijk wel iets meer aandacht dan normaal, en de beambten komen

allemaal kijken. Ik ben de sukkelaar die in de buggy zit, en Werner is zo vriendelijk ze in te

lichten dat ik de piloot ben. Allemaal mijn richting, en iedereen wil op de foto in de buggy,

met de racehelm op zijn waarschijnlijk niet pasgewassen kop. Kan mij wat schelen, ik hoef

die niet op te zetten. Eentje vraagt mij of ik beroemd ben. Natuurlijk ben ik dat, kampioen van

België zelfs. Trots poseert hij voor een foto.

Stefaan handelt ondertussen professioneel de formaliteiten af, en op een kwartiertje zijn we

klaar en kunnen verder. Voor 50 meter tenminste. Want dit was de douane, nu de

politiecontrole. Weer dezelfde papieren voorleggen , en ook “ un petit cadeau”. Nu kunnen we

de grens over naar Mauritanië. De weg hier is vergelijkbaar met wat je in de Dakar als proef

voorgeschoteld krijgt, met voor een gewone auto bijna ondoenbare putten en bulten..

Dan volgt de grenspost van Mauritanië. Een gebouw waar men hier van Gaja geen koeien zou

mogen insteken, doet daar dienst als grenspost. Het bord met “stop-douane” is met karton en

kleurpotloden gemaakt, de douanier gebruikt een zaklamp om de papieren te kunnen invullen

en lezen. Alles in orde, maar ze hebben een probleem. Zij hebben enkel een steeksleutel 18,

en ze zouden graag ook een 19 hebben. Hebben wij toevallig zoets niet? Marc offert een oude

sleutel van hem op, en we kunnen verder, naar de volgende post welteverstaan, want iedereen

probeert hier wat bij te verdienen. Weer hetzelfde ritueel, maar Stefaan is blijkbaar echt goed

in onderhandelen met wat smeergeld, want we zijn overal op een redelijke tijd door de

douane.

Ondertussen is het al goed donker geworden, en in Afrika is dat dan ook echt donker. Waar de

koplampen schijnen zie je iets, 1 meter ernaast is het pikdonker. Vanaf hier willen we de piste

naar Atar volgen, waar het bivak is. Die piste in het donker vinden is niet zo gemakkelijk,

want het stelt niet veel meer voor dan wat bandensporen in het zand. We rijden ergens in waar

we denken dat het is, langs een huis of twee, beetje bergop in het zand, en gelijk rij ik de

buggy vast. De truck komt ernaast, en rijd zich op weg ook vast. Fantastisch: donker, 36 uur

op, 1,5 uur geslapen, vast in het zand, en dan komen er zoals gewoonlijk nog een grote bende

kinderen aangelopen die maar 1 zinnetje frans te kennen: mesjeu,kado. Dat herhalen ze al

roepend tot je hoorndol word. Goed, beginnen met de truck. Bij het proberen losrijden zie ik

dat de vooras niet aangedreven word, alhoewel de schakelaar aan staat. Eerst repareren dan.

Wat gerief nemen, deuren weer dicht anders ben je alles kwijt bij die gasten, en na een tijdje

heb ik met Anne de truck klaar, door een stukje “bush engineering”. Nu rijd hij met

vierwielaandrijving zonder problemen weg uit zijn positie. Ondertussen hebben Gino en

Pascal de buggy losgetrokken met hun Toyota, en is Marc met Katrien op zoek naar de echte

piste. Onvindbaar in het donker, en er blijft dan ook niks anders over dan terug te keren en de

tenten langs de weg op te slaan. Er liggen wel veel keien in het zand… euh … keien? Nee,

kamelenkeutels blijkbaar, want die dieren lopen hier in het wild rond, we hebben er al een

paar keer fors voor moeten remmen. We zoeken een deftig plaatsje uit, en stellen de tenten op.

Chef kok Gino zorgt voor Vlaamse kost: balletjes in tomatensaus met puree, lekker. Dan in de

tent, het slapen gaat vlot.

Zaterdag 13 juni 2007

Vandaag beginnen we aan onze eerste woestijnpiste. Niet zonder koffie natuurlijk. In die

Toyota‟s hebben ze echt alles. Goed bekeken van die mannen, wij het werkgerief mee, en zij

het eten! Bij daglicht vinden we de piste zonder problemen en kunnen we er aan beginnen:

500 km woestijn staan op het programma, vandaag af te handelen. Voor de buggy wordt het

ook zijn “zanddoop”, want tot nu toe heeft hij alleen rotspistes te verwerken gekregen.

Afwachten wat het word. De piste loopt ongeveer parallel met een spoorweg, en we hebben

de goede raad gekregen om die altijd aan de linkerkant te houden, iets wat we zeker gaan

doen. Niet omdat wij zo braaf zijn, maar omdat aan de overkant de grens is en die wordt

afgebakend met landmijnen. Slik. Na een kilometer of wat is de weg onderbroken door een

grote duin. Die dingen verplaatsen zich door de wind, en blokkeert nu de route. Omrijden dus,

en verder opnieuw de piste proberen vinden. Na wat rondtrekken vinden we die ook, en ze is

zelfs goed berijdbaar, voor onze auto‟s toch. Verderop verandert de ondergrond in steenpiste,

een marteling voor de banden, maar de auto‟s doorstaan het uitstekend. Na 50 km komen we

een dorpje tegen , bestaande uit een vijftal huizen, die naam eigenlijk niet waardig. Hoe en

van wat die mensen hier leven, daar komen we niet achter. Landbouw is geen optie, en al wat

ze hebben is ten hoogste een ezel, schapen en een kameel. De doorgang door een dorp is altijd

hetzelfde, de kinderen komen aangelopen, roepen mesjeukado x 200, en ook de ouderen

beginnen te vragen om “souvenir”. Gewoon doorrijden is de beste oplossing. Nu komt het

zand voor de wielen geschoven. De buggy doet het heel goed, maar het zand is wel nog

tamelijk hard. De wasbordpistes daar vliegt hij over, een plezier om te zien. Ook de truck is

echt goed in dit terrein. Binnen word alles door mekaar geschud, inclusief bemanning.Heb je

geen gordels aan, dan lig je naast je zetel. Wat op het dashboard ligt hangt binnen de kortste

keren aan het plafond en terug. Maart de eerste keer dat je met zo‟n ding van bijna 15 ton met

4 wielen van de grond gaat is toch plezant. We krijgen ook enkele duinen, geen grote, maar

toch al een voorproefje van het lossere zand. De buggy doet het vlekkeloos, met het gas erop

vliegt hij erdoor. De Toyota van Marc is de eerste om vast te rijden in het losse zand; hij is

dan ook met grote voorsprong het zwaarst geladen. We rijden er langzaam langs om hem eruit

te slepen, en plots loopt ook de truck vast. Gino kan verder met zijn Toyota, tenminste toch

zeker een meter of tien, dan is het ook gedaan. 3-0 voor de woestijn. Werner is hier met de

buggy ook gepasseerd, en is al ver weg, hij heeft geen probleem gehad, al heeft de buggy

enkel achterwielaandrijving. Als hij ziet dat we niet meer volgen keert hij terug, en rijd zich

ook vast. Oké, goe bezig. Zandplaten van het dak van de truck, schoppen er uit, de

bandenspanning verlagen en aan het werk. Geen 5 minuten later rijd de truck weer, goed

teamwerk. De Toyota‟s zijn op eigen kracht losgekomen door de banden wat meer af te laten,

en gaan de buggy lostrekken. Op korte tijd kan iedereen weer rijden. Gelukkig maar, want

scheppen is in de zon geen pretje, al is het hier in deze tijd van het jaar betrekkelijk fris, nu is

het amper 31 graden, maar de zon brand keihard. De rest van de rit wordt zonder problemen

afgewerkt , een platte band bij Marc niet te na gesproken. Het begint te schemeren als we aan

het eind van de piste komen, in een dorpje. We vragen de weg naar Atar aan een inboorling,

en die rijd ons voor door het dorp om de weg te tonen. Het dorp bestaat uit niet meer dan een

zandplein, en een dertigtal lemen hutjes aan elkaar gebouwd. Toch staat bij het verlaten ervan

een politieagent, bij een weeral kartonnen bordje “stop- police”. De man wil ook even de hand

geschud worden, dat spreekt. Onze gids gebaart in de richting die we moeten volgen, en keert

terug in het dorp. In de aangeduide richting vertrekken 3 wegen, klein probleem dus voor ons.

Op goed geluk volgen we een piste, puur op kompas. De weg is niet beter dan wat we achter

de rug hebben, en in het donker vorderen we maar traag. Door het opgewaaide stof dat in het

licht van de schijnwerpers weerkaatst is het net of we in dichte mist rijden. We zitten wel in

de goede richting, want we komen al tegenliggers tegen.

Wat verder nog een bergpas, waar de truck met moeite de bochten kan halen, en we komen in

Atar. Hier heeft de Dakar zijn bivak voor vanavond, en we moeten maar de stroom

wedstrijdwagens volgen om het bivak uit te komen. De strenge toegangskontrole die er in

Europa en Marokko nog was, is hier overgelaten aan de plaatselijke instanties, er is er dus

geen met andere woorden. Iedere auto die zelfs maar een sticker van Dakar opgekleefd heeft

mag binnen. De beide Toyota‟s rijden zonder problemen mee op het terrein. Eerste dringende

bezigheid: gaan eten, want het is ondertussen al half elf, en we hebben eigenlijk nog niks

deftig gehad. Aan het buffet is er gelukkig nog voldoende van alles, maar wie na ons nog wijn

wil hebben heeft pech, we slaan alles aan wat nog over is. Tijdens het eten komt er ook een

bekende van ons erbij zitten, die de Dakar volgt met de motor. Hij wil graag met ons mee,

maar volgt een andere route wat jammer is, want hij was bereid om mijn plaats in de truck

even om te wisselen voor het zadel van zijn motor, iets wat ik wel zag zitten. Het zal voor een

volgende keer zijn. Natuurlijk komt ook het klassement van de motoren ter sprake, en ik wil

weten hoe het staat met het team van Wim Motors, en dan vooral de Waal Eric, een toffe

kerel die ik nu al bij verschillende gelegenheden hier ontmoet heb. Hij verjaart de 21ste, dag

van aankomst in Dakar, en heeft me belooft dat we daar samen een pint gaan drinken om het

te vieren, een belofte waar ik hem aan wil houden natuurlijk. Hier hoor ik dat hij op dinsdag

een ongeval gehad heeft vlak na de start. Overkop met de motor,en ruggelings op de

voetsteun gevallen; met als gevolg enkele rugwervels gebroken en waarschijnlijk in coma.

Zijn helm is helemaal opengescheurd. Ik ben er kapot van en ga direct op zoek naar de

kampplaats van Wim Motors om meer te weten. Om dit uur ligt iedereen er echter al te

slapen, en ik kom niets te weten. Ik ga nog een douche nemen, die zijn hier gelukkig wel, en

terug naar onze tent. Wij staan net naast de lokale olieboer, en die heeft het heel druk met al

de olievaten met restjes mazout in te zamelen, leeg te maken en op zijn camion te leggen.

Zoals iedereen weet, klinken lege vaten het hardst, en een echt rustige nacht hebben we dan

ook niet. Die overschotten van brandstof zijn nogal belangrijk zo te zien, want ze worden

bewaakt door enkele soldaten me kalasjnikovs in de hand. Leuk, vlak naast ons tentje.

Zondag 14 januari 2007

We hebben vandaag geen grote rit te doen, en dus nemen we het ‟s morgens wat rustig. We

gaan aan het buffet ook dagrantsoenen afhalen, dan hebben we vanavond ook wat te eten. Ik

loop nog langs bij Wim motors, waar ze mij kunnen vertellen dat het redelijk goed gaat met

Eric. Hij zou al terug thuis zijn, en hoeft enkel een korset te dragen, afwachten hoe de

genezing verloopt. Ik neem me voor om die pint voor zijn verjaardag naar hem mee te nemen,

want ik wil hem nog zien, zeker weten.

Anne is ondertussen met de truck naar het kampement van Ginaf gereden, en daar vinden ze

de oorzaak van de falende differentiëlen: er zit gewoon geen zekering in de voorziene plaats!

Ze hebben gewerkt, en wij hadden alle zekeringen gecontroleerd. Hoe die verdwenen zijn is

ons een raadsel. De buggy heeft de piste van gisteren probleemloos verteerd, een beetje lagere

snelheid doet wonderen. Alhoewel, lager, bij momenten deed hij ook 120 op de piste. Om een

uur of 11 vertrekken we naar Nouakchott. Kaarsrechte asfaltweg door de woestijn. Het is net

of het gesneeuwd heeft op sommige plaatsen, het zand is echt spierwit. In een dorpje stoppen

we om te tanken. Klassiek scenario: volkstoeloop, veel mesjeukado, en de eigenaar haalt de

rekenmachine erbij om de wisselkoers te berekenen. Stefaan komt een goede prijs overeen, en

we kunnen tanken. Dit gebeurt volledig manueel met een handpomp. Na enkele minuten zit er

al een 20 tal liter in de tank van de buggy, en er komt iemand anders afwisselen aan de pomp.

In totaal hebben we dik 400 liter nodig, we staan er dus voor een groot uur.Tijd genoeg om de

kinderen wat Nederlands te leren, als beloning krijgen ze koekjes. Na een urenlange rit over

een kaarsrechte weg komen we aan bij Nouakchott. Zoals overal in Afrika is de rommel hier

onbeschrijflijk. We denken eerst dat we langs een soort vuilnisbelt rijden, maar het is gewoon

de weg. Echt alles gooien ze hier langs straat, in hoeken ligt de rommel dik opgewaaid.

Uitgebrande autowrakken blijven gewoon ter plaatse liggen, kadavers van dieren ertussen, dit

moet je gezien hebben om te kunnen geloven. Afrika is echt een zooitje. Ook in de woestijn

zie je dit, staat ergens een huisje, dan ligt er met de wind mee honderden meters ver rommel

uitgewaaid. En wij maar sorteren denk je dan, en onze milieunormen halen. Hier zijn ze goed

bezig om alles wat ze nog hebben deskundig om zeep te helpen, en ik begin stilaan een ander

idee over ontwikkelingshulp te krijgen. We stoppen in het centrum om iets te drinken, en wat

langs buiten een oud klein ding lijkt, verandert in een luxe oase binnenin. Hier woont

duidelijk geen Afrikaan. We kunnen zelfs bier krijgen, en zitten in een patio, overdekt met

palmbomen. Best aangenaam. Als we weer wegrijden wordt het minder aangenaam. Ik start

de buggy en als ik vertrek hoor ik een verschrikkelijk krijsen van metaal. De omstanders

gebaren allemaal naar de zijkant van de buggy en er is grote beroering. Wat heb ik nu

geraakt, er stond daar toch niks,of wel? Ik vrees het ergste als ik uitstap. Het wordt snel

duidelijk als ik onder de auto kijk. Eén van de cilinders om de auto op te heffen is gezakt, en

met weg te rijden heeft hij zich langs het trottoir en in de grond geboord. De as is helemaal

krom, en kan niet meer inschuiven. De truck komt er langs, stroomgroep starten, en afslijpen

dat ding. Jammer, want het systeem heeft iedere keer zijn nut bewezen, en zijn we als

onmisbaar gaan beschouwen. Hoe de cilinder uit zichzelf kan gaan zakken is niet duidelijk,

we hebben er nog nooit problemen mee gehad. De buggy was op slot, dus kon niemand er in.

Enige mogelijkheid die ik zie is dat iemand het kleine zijraampje open geprutst heeft en aan

de bedieningen bezig is geweest, we zullen het wel nooit zeker weten. We gaan verder op weg

door de stad, en hier zit denkelijk de grootste concentratie oude mercedessen die je kan

vinden. Zeker 1 op 2 wagens is een 190, geen enkele in goede staat. Lichten, nummerplaat,

zelfs deuren zijn overbodig, als het maar rijd is het goed. We rijden langs een tweevaks

boulevard, of wat daarvoor moet doorgaan. De plaatselijke chauffeurs maken hier een

viervaks van door op voetpaden en bermen in te halen. Aan een kruispunt met verkeersagent

komen ze tot 5 rijen naast mekaar staan, en wie het eerst weg is heeft gewonnen. Een kar met

een ezeltje komt rustig de in de verkeerde richting aandokkeren, als dat al niet mag zeg. Aan

de kant staat een mercedes 190 in panne, de 8 (!) inzittenden wachten op hulp. Ik ben dan ook

blij als we de stad uit zijn. De weg is wel enorm druk, en er is veel vrachtverkeer. Kleine

busjes zijn tot 2 keer hun eigen hoogte geladen, mensen en geiten worden op zijkanten en op

het dak vervoert, maakt niet uit. We komen zelfs een oude Toyota Pick Up tegen met 2

Mercedes wrakken op de laadbak, de achterlichten raken bijna de grond. Langs de kant liggen

uitgebrande en verhakkelde wrakken, trucks met wielen afgebroken, echt een onvoorstelbare

puinhoop.

We rijden in kolonne samen met nog enkele andere teams verder, en na een paar uren komen

we in Aleg waar we ons bivak opzetten. Gino tovert enkele potten vol-au-vent uit de Toyota,

wat erwtensoep met worst en we zetten koffie. Stefaan haalt bij de plaatselijke bakker wat

brood. Jammer, de croissants en chocoladekoeken waren net op. Het smaakt voortreffelijk na

zo‟n dag. We besluiten om morgen een extra lange rit te doen van 850 km, om zo terug in het

Dakar bivak te komen, dan zijn we zeker van eten en water. Een klein beetje komfort mag een

mens toch hebben. Eerst 350 km verharde piste, de rest gewone weg. Tentjes opzetten,

Stefaan en Anne zijn hun onhandige tenten al zo beu dat ze gewoon op een zeil naast de truck

slapen. Onder de ontelbare sterren die je hier nog ziet vallen we in slaap.

Maandag 15 januari 2007

Om 5.30 uur word ik wakker van de plaatselijke pastoor die zijn gelovigen oproept. De tijd

dat die mannen van op de top van een minaret riepen is al lang voorbij, ze hebben nu gewoon

een goede geluidsinstallatie. Heel lang duurt dit gelukkig niet, en ik blijf nog wat liggen.

Langzaam wordt het licht, en zien we dat we toch niet op zo‟n verlaten stuk grond staan als

we dachten. Op een paar honderd meter van ons staat een gebouwtje dat me direkt doet

denken een de hoes van “ Hotel California” voor de jongeren; van The Eagles. Een enorm

luxe gebouw, vlak naast de lemen gebouwtjes van het dorp. Als onze overlevingspakketjes

worden geleegd, en, we stellen er een rijkelijk ontbijtbuffet van samen. Tonijnsalade met een

pakje chips en smeerkaas, meer moet dat niet zijn. En de laatste appelsienen die we nog

hebben van de Belgen uit Portugal smaken ook nog goed. Gelieve nieuwe te sturen, dank u.

We ruimen het bivak op en vertrekken naar onze piste. De vooruitgang staat hier ook niet stil,

en wat op de vijf jaar oude kaart nog als piste staat, is nu een kaarsrechte asfaltweg geworden.

Weeral kaarsrechte asfaltweg. Die wordt gelukkig afgewisseld door kadavers van koeien die

langs de weg zijn doodgereden, in alle mogelijke staten van ontbinding.Nog bloedend, al

opgezwollen van de gisting in de darmen, opengescheurd en leeggegeten, enkel nog het vel,

of een hagelwit skelet, je vind het hier allemaal. We vergapen ons ook aan de camions die we

tegenkomen. Stuk voor stuk mercedessen van begin jaren 60, enorm overladen, scheef

hangend van gebroken bladveren, met de kabine onder hoek met de aanhanger wegens

kromgereden assen, pick-up trucks met naar schatting een dertigtal mensen in de laadbak, en

dat alles over wegen met gaten in waar gerust een emmer in past. ‟s Middags stoppen we in

een dorpje om te eten,, op aanwijzing van een agent het beste restaurant in de stad. Een

zijstraatje in waar de truck nauwelijks doorkomt, de zandweg is zwart van de olie die er in

getrokken is, een beetje vergelijkbaar met een autokerkhof een 20 tal jaar geleden bij ons.

Autowrakken en onderdelen liggen langs de kant, en zoals altijd is de rommel hier

alomtegenwoordig. We worden binnengeloodst in iets wat mij doet denken aan de schuur van

de boer waar ik als kind naast woonde, vol met vliegen, maar met enkele tapijten op de grond.

Er worden nog kussens gebracht, men wil het ons komfortabel maken. Stefan besteld eten, en

in afwachting komt de “kelner” rond met een teil en een ketel water om onze handen te

wassen, bestek is hier onbestaand natuurlijk. Het eten komt in een grote schotel, stukken

gebakken vlees met brood, dat goed in de smaak valt, binnen geen tijd is de pan leeggegeten.

En dan begint het grootste probleem hier, de rekening. Lachend wordt een rekening

gepresenteerd van meer dan 100 euro, hier is dat meer dan een maandloon. Stefaan bied 20,

en het spel van bieden en tegenbieden begint. Een half uur en veel geroep en gebaar later

vertrekken we na betaling van 30 euro, nog veel te veel eigenlijk.

We hebben nog een 400 km voor de boeg, nog steeds langs bijna kaarsrechte weg, met als

grootste probleem niet in slaap te vallen van verveling. Een 100 km voor het bivak valt de

motor van de buggy stil, mazouttanks leeg. Geen probleem, we pompen over van de truck.

We staan echt langs een verlaten stuk weg, ver weg van alles, en toch staan er binnen de

minuut een hoop volk naast ons. Van waar ze komen, ik weet het niet.

We rijden het bivak binnen,, en hier wordt goed gecontroleerd, zodat de toyota‟s jammer

genoeg niet mee naar binnen kunnen. Geen probleem natuurlijk, de truck wordt weer even

naar buiten gereden, zogezegd om te gaan tanken, de mensen opgepikt en in de laadruimte

naar binnen gesmokkeld. Eens binnen is er geen controle meer, en blijven we samen. Aan de

buggy is geen werk meer, en we lopen dus maar wat rond, even gaan kijken bij de andere

teams. Ik hoop stiekem dat er ergens iemand problemen heeft, zodat we kunnen helpen, alles

is beter dan hier te lopen. Als een godsgeschenk komt Stefaan plots af: iemand goesting in

actie? Steve ( deelnemer uit Knokke en oude bekende van Dakar) is binnengekomen met het

voorste differentiëel kapot, en heeft hulp nodig. Chris haalt de truck zodat we alles bij hebben,

en we beginnen te sleutelen, samen met de twee techniekers van Steve. Die heeft een reserve

differentiëel mee, maar dat blijkt een ander type te zijn, en een derde reserve, en dat is nog

eens een ander type. Wat rondlopen en vragen in het bivak, en hij raakt aan het juiste model,

dat we kunnen inbouwen. De ploeg van VTM komt Steve interviewen, en ik zie ze verwonder

naar ons kijken, zo van zitten die gasten hier nu ook? Ondertussen helpen we nog een

motorrijder die ernaast staat, iemand uit Manchester. Hij heeft wat materiaal te kort mee, en

we lenen hem het onze en helpen wat terwijl we toch even tijd hebben. Om half twee komt

Roland Hoebeke met zijn truck binnen met een gebroken bladveer, en vraagt ook hulp. We

splitsen ons, en gaan ook daar helpen. Roland krijgt hulp van een officiële technieker van

Renault, die als hoofdsponsor van Dakar een serviceteam mee heeft. Voor zover ik hem zie

werken heeft die mens nog nooit een bladveer moeten vervangen, en mijn ervaring met mijn

oude landrover komt mij hier van pas. Het wordt licht als het werk geklaard is, en Roland

Hoebeke vraagt om ook nog een schokdemper te vervangen die lekt. Hoog tijd zo blijkt, het

ding is totaal versleten. Om 9 uur is de truck van hem weer klaar voor de race, om 10 uur

moet hij vertrekken. Voor hem is dit de tweede nacht zonder slaap, voor ons gewoon plezant

om die mensen te kunnen helpen zodat ze erdoor komen. Ze beloven ons natuurlijk ook een

pint in Dakar, als het zo verder gaat gaan we daar nog zat worden.

Dinsdag 16 januari 2007

Vandaag willen de meesten wel eens de auto‟s in wedstrijd zien en gaan met de Toyota‟s naar

de start. Bedoeling is om ergens langs het parkoers te staan om ze te zien voorbijracen.

Stefaan en ik blijven in het bivak om te controleren of de slaapzakken nog goed zijn. Ik zie

dat Gregoire de Mevius zijn auto bij ons in het bivak heeft gezet, en zet mijn tentje er vlak

achter, lekker in de schaduw, en val in slaap. Rond de middag word ik wakker, nat van het

zweten. De Mevius is weg, en mijn tent staat recht onder de middagzon, niet te houden

erbinnen. Onder de ruitenwisser van de voorruit vind ik een briefje van Walter Wauters van

het Nieuwsblad, die wil Werner en Stefaan graag spreken, we zullen het doorgeven. Ik besluit

te gaan douchen, en mijn overall te wassen, want die is ondertussen al meer dan geschikt voor

een hoofdrol in een reclamespot van waspoeder, alleen vrees ik dat het niet zo moeiteloos zal

gaan. En inderdaad, wassen met douchegel gaat dus niet. Zelf ben ik opgefrist, en verbrand

ook, want de douche‟s zijn van boven open je staat dus ook onder diezelfde zon, die hier in

januari al verdomd hard haar best doet. Walter Wauters komt nog eens langs, en ik maak

Stefaan wakker zodat die mens ook zijn interview heeft. Wat gaan eten, ondertussen komen

de eerste motoren al weer het bivak binnen, luchtfilters van de truck kuisen, wat rondlopen, en

dan komen de anderen terug het bivak binnen. Ze hebben de hele dag rondgereden, en niks

van de race gezien, onmogelijk er bij te komen naar het schijnt. Jammer natuurlijk, want

daarvoor komen we toch. Bij het avondeten komt Freddy Loix nog bij ons zitten om wat te

praten. Hij doet het heel goed, maar heeft jammer genoeg al af te rekenen gehad met enkele

technische storingen als kapotte benzinepomp en koppeling. Ook het Amerikaanse team met

de Hummer komt ter sprake. Zoals het Amerikanen past willen zij vooral de show stelen met

de grootste en de sterkste, en dat lukt ze wel. Op de piste misbruiken ze dat ook, want er

hebben al 5 rijders klacht ingediend dat de Hummer hen gewoon langs achter aanrijd om ze

van weg te drummen. Koen Wauters heeft zo 5 uur stilgestaan na een aanrijding. Enige

sanctie van de organisatie was een boete van 1000 eurovoor de Hummer, belachelijk weinig

natuurlijk voor die mannen. Maar ja, ze zorgen voor televisie en show, dus laat de organisatie

hen maar doen, de ene mag hier duidelijk meer dan de ander. We lopen nog even het bivak

rond, want alle teams zijn nu aan de auto‟s aan het werk. Ideaal voor ons dus om met de ogen

wat te gaan stelen, hoe zij de dingen hebben opgelost. Zo kunnen we tegen verwachting in

heel makkelijk de ophanging van de VW buggy van Lagos gaan bekijken. Mooi, maar voor

ons wat te hoog gegrepen, denk ik, ons budget is iets beperkter. Dan bed in, morgen

vertrekken we voor een relatief korte verbindingsrit naar Aouin.

Woensdag 17 januari 2007

Het stuift enorm, het bivak lijkt in de mist gehuld door het stof. Alle assistentie vertrekt vroeg

vandaag, en dat doet letterlijk stof opwaaien. We zijn het ondertussen al gewend dat zelfs de

koffie kraakt tussen je tanden tijdens het ontbijt. Velen lopen ook gewoon rond met een

stofbril op. Nog even naar het toilet, ik begin al enige handigheid te krijgen in het type “franse

wc”, alles went, dus ook dit. Alleen staat er nu een stevige wind, en daar de hokjes

samengetimmerd zijn uit lichte panelen heeft het iets weg van mikken op bewegend doelwit.

We gooien eerst nog de tanks vol in een naburig dorpje, Anne moet op het dak van de truck

kruipen om de electriciteits leidingen op te heffen, anders kunnen we er niet onder.

We rijden nog een 200 km verder tot aan het bivak, een korte etappe vandaag wegens de

aflasting van de rit naar Timbouctou. Het bivak is zoals steeds bij een vliegveld en de

toegangsweg naar dit vliegveld is een piste op zich, een zandweg waar we de truck in

vierwielaandrijving moeten zetten om erdoor te komen. Onvoorstelbaar dit land. Iemand in

het bivak vertelt me dat de Fransen hier nog alles in goede banen proberen te houden, maar

dat moesten ze vertrekken de bevolking hier binnen de 5 jaar weer in de bomen woont, en ik

kan hem volgen hierin. Naast het vliegveld staat een nieuwe Renault truck, geschonken door

ontwikkelingshulp voor distributie van drinkwater, maar de wielen ervan zijn gestolen.

Waterbedeling gebeurt nu dus weer met tonnen op een ezelkarretje. Niemand maakt er hier

een punt van blijkbaar.

In het bivak brengen we de tijd door met kleine herstellingen: airco van de truck,een band van

de Toyota wordt gestopt, alles in de laadruimte van de truck wordt weer netjes vastgelegd, de

buggy wordt gewassen, ophanging wat bijgeregeld. Twee Japanners van Mitsubishi komen

van dichtbij foto‟s nemen van onze buggy, ik zeg ze al lachend: “don‟t sell them to

Mitsubishi!” Vriendelijk lachend en knikkend gaan ze weg, maar 10 minuten later zijn ze er

weer om foto‟s te nemen. Benieuwd met wat Mitsubishi volgend jaar in de wedstrijd

verschijnt. Hier laten we ook al onze paspoorten afstempelen bij het douanekantoor aan het

vliegveld om morgen Mauretanië te verlaten. We lopen wat rond tussen de vliegtuigen, en

iemand vraagt of we belangstelling hebben om eens de cockpit te zien. Tuurlijk, wat een

vraag. Het toestel is een oude Russische Antonov, onverslijtbare dingen naar het schijnt. Dat

moet ook wel, want de cockpit doet mij sterk denken aan wat ik al gezien heb van

bommenwerpers uit WO 2. De navigator zit in een kleine glazen koepel in de neus, en ik kan

mij voorstellen dat dit in de woestijn niet altijd aangenaam is. Er hangen dan ook een paar

doeken tegen de ruitjes geplakt om voor wat schaduw te zorgen. Alle schakelaars en knopjes

zijn nog in bakkeliet, de elektriciteitsdraden zijn nog met textiel omwonden, dit is echt een

stuk antiek. Na de cockpit is een kleine wasruimte met lavabo, al de rest is laadruimte, 20 ton

kan dit toestel vervoeren. We gaan verder door het kamp, en vinden zelfs een rokersruimte,

een voorbeeld van doorgedreven regelgeving. Midden in de woestijn staat een bordje:

“smoking area”, met eronder, jawel, een ton met zand gevuld om de peuken in te gooien,

absurd gewoon!

Om een uur of 8 gaan we om een Ricard bij Georges van de bar ( hij kent ons al een beetje

nu) en gaan eten. Walter Wauters en fotograaf komt nog wat bij ons zitten babbelen, en

daarna zitten we nog wat buiten voor de truck met 1 pintje. Om 10 uur gaan slapen, want

morgen opstaan om 6.30 uur, en om 8 uur te vertrekken

Donderdag 18 januari 2007

Vroeg er uit vandaag, we hebben een lange etappe voor de boeg, met waarschijnlijk een stuk

piste erin. Krijgen we dan toch nog wat afwisseling. Ook gaan we vandaag de grens met Mali

over. Aan de uitgang van het bivak staat een tiental motoren te wachten, het zijn Engelse

toeristen die de race gewoon volgen. Onderweg steken ze ons voorbij, het begint serieus te

kriebelen bij mij. Maar Dakar op de motor? Ik denk het niet, ik heb geen cross ervaring.

Nochtans zijn er een stuk of 5 vrouwen die als motard in wedstrijd de Dakar rijden, we komen

ze dikwijls tegen in het bivak. Algemene opmerking is dat ze heel goed in hun race overall

passen, blijkbaar is dit beter dan gaan fitnessen. Dus dames, je weet wat jullie te doen staat!

De vooruitgang gaat zelfs in Afrika soms vooruit, en wat we dachten dat een piste was zijn ze

nu aan het asfalteren. Het roadbook is dus weer een eentonig “tout droite”, kilometers aan

een stuk. Het landschap wordt wel mooier als we de grens met Mali oversteken, hier is

duidelijk meer groen, zij het dan nog van een vale soort. Na dagen woestijn is zelfs een

geelachtig blad aan een struik een verademing. We zoeken nog een plaats om te tanken, daar

we de vorige keer de tanks niet volledig hebben kunnen volgooien. In het eerste tankstation

willen ze niks van hun prijs af doen, want zelfs daarover moet je hier eerst uren discussiëren

voor je kan beginnen tannken. Een kilometer verderop zijn ze 20 cent per liter goedkoper, wat

heel wat verschil maakt als je weet dat wij per tankbeurt zeker een 1000 liter nodig hebben.

Terwijl we tanken, komen er venters met appelsienen, lotjes, etenswaren en prullaria langs die

allemaal hun slag proberen te slaan, zonder succes. Het valt hier op dat de mensen wat

vriendelijker zijn, minder opdringerig. En dat de vrouwen mooier worden, maar dit geheel

terzijde. Het feit dat we al bijna 3 weken van huis weg zijn kan hier ook iets mee te maken

hebben.

„s Middags stoppen we langs de weg onder een grote Boabab boom om onze lunchpakketten

op te eten. Geheel volgens traditie zijn we binnen de kortste keren omringd door een bende

kinderen die willen meedelen. We geven ze wat uit onze pakketten, en weldra zitten ze bijna

in onze nek om meer te krijgen. Niks geven is eigenlijk de enige goede oplossing, hoe hard

het ook klinkt, anders krijg je ze nooit meer van rond je. Er passeert een ossenkar met een

paar kinderen, die stopt, een heel jonge moeder met zogende baby, die ook stopt, het lijkt of

ze mekaar verwittigen dat er wat te halen valt. En dat zou ook wel eens zo kunnen zijn, want

ze mogen in wat voor lompen ook rondlopen, een GSM hebben ze steevast op zak.

Nog een paar uur bollen, en we bereiken het bivak voor vanavond. We staan

gewoontegetrouw ergens achteraan in een hoekje, wat verderop staat de VW buggy‟s van

Henrard. Dadelijk komt Brigitte Beque naar ons toegelopen: ze vind onze TT de mooiste auto,

en wil hem van dichtbij bekijken. Een ritje ermee slaat ze af, maar ze wil er wel eens in zitten,

en vind hem gelijk ruimer dan de hare. We hebben nog een gezellige babbel met haar, maar ze

word terug naar haar team geroepen voor de briefing. We kunnen hier ook de watertank van

de truck opvullen, voor veel te veel geld want die zwartjes weten van doorrekenen. Nu

kunnen we toch weer een douche nemen, niet slecht. We gaan eten, en laten weer de

paspoorten afstempelen voor de doortocht naar Senegal morgen. De douanebeambten doen

ook hier weer wat gewichtig, maar alles wordt vlot afgehandeld.

Om 9 uur is er zoals steeds briefing in het bivak voor alle deelnemers, en die volgen we met

wat meer belangstelling dan anders; Walter Wauters heeft me een tip gegeven dat we in de

prijzen zouden vallen. En ja, de directeur van TotalFina roept team 444 op het podium, we

krijgen de fair play prijs voor ons nachtje sleutelen bij andere teams. Hebben we geen

podiumplaats, dit is toch ook mooi. We kruipen rond half elf in de slaapzak, want morgen

moeten we om 5 uur het kamp uit zijn, daar de assistentie moet weg zijn voor de eerste

motards vertrekken.

Vrijdag 19 januari 2007

Om half 5 uit de slaapzak, ontbijt gaan halen en dan vlug de auto‟s in, zo ziet onze morgen er

uit. In het donker gaan we op weg naar Tambacounda, in Senegal, laatste land in het rijtje dat

de dakar aandoet. Op weg naar daar komen we voor het eerst sinds lang weer een rivier tegen,

en enkele kleine meertjes. De dorpen worden daarentegen weer armetieriger, met ronde lemen

hutten met strooien daken, zoals we ze kennen van de prentjes. Ik had nooit gedacht dat we dit

nog zou bestaan, maar hier worden we er echt mee geconfronteerd. De mensen die erbij horen

steken dan weer af, met moderne kleren, auto, en de GSM in de broekzak.

Het is een korte verbindingsetappe voor ons, en om 9 uur arriveren we al in het bivak.

Bedoeling vandaag is naar de aankomst van de special te gaan kijken, zodat we eindelijk zelf

ook eens iets zien, wat tot nu toe nog niet het geval is geweest. Daar de buggy en truck niet op

het wedstrijdparcours mogen komen gaan we met de Toyota‟s en een taxi op pad. Die laatste

rekent eerst 200 euro om ons naar daar te brengen, maar doet later zijn prijs toch zakken naar

een meer acceptabele 25 euro. We rijden naar de start en instaleren ons op een heuveltop

vanwaar we een goed overzicht hebben. Na een half uur wachten komt de eerste motard

voorbij, wat later gevolgd door de tweede. Steeds dichter op elkaar volgend passeren de

deelnemers ons, de stofwolken die ze opgooien steeds groter wordend. Dan komt er plots een

heel ander geluid op ons af, totaal verschillend van het gedonder van de eencilinders van de

motoren. Wat later scheurt de bolide van Carlos Sainz langs onze voeten, met een snelheid die

we niet voor mogelijk houden op deze wegen, de stofwolk is navenant. Met die wolken zullen

we de eerste uren moeten kunnen leven, want soms moeten de deelnemers gewoon stoppen op

het parcours omdat ze niet meer zien waar ze moeten rijden. Ook de zon komt nu heel hoog

aan de hemel, en brand keihard ondanks dat het nog maar januari is. Voor mij komt mijn

zonnecrème met factor 50+ goed van pas, Katrien en Marc vinden het gewoon goed op het

dak van de Toyota. Unterschied muss sein. Ondertussen zijn ook al de eerste racetrucks

gepasseerd, en wie denkt dat het nu wat langzamer gaat is er aan voor de moeite, die dingen

gaan het hardst van allemaal hier. In de bocht waar wij staan lichten ze allemaal minstens één

wiel van de grond, dit is spektakel van de bovenste plank. Als iedereen gepasseerd is rijden

we terug naar het bivak. Hier staan geen taxi‟s te wachten, dus plooien we ons allemaal in de

twee Toyota‟s. We hebben nu wel al wat gezien van die afrikanen hoe je veel volk in wienig

auto‟s kunt krijgen en passen hetzelfde systeem toe.

Eerst een douche in het bivak om het stof af te spoelen, en dan gaan we het lokale marktje

bezoeken dat opgesteld is op het bivak. Het is een quasi onmogelijke opgave, want bij iedere

stap die je verzet klampen een paar verkopers je aan. Het is vooral houtsnijwerk en bijouterie

die wordt aangeboden, en tam-tam‟s, blijkbaar ook nog altijd populair. Veel afdingen nog

meer uit je ogen kijken is de boodschap stellen sommigen door scha en schande vast. Dan

liever het kleine cafeetje, bestaande uit een grote frigobox, wat stoelen en een zwarte schone

met benen van minstens anderhalve meter, of zo lijkt het toch. Maman zit er ook bij om de

boel te regelen, en dat doet ze volgens Afrikaanse principes: misrekenen is steevast in hun

voordeel, en nog niet te weinig ook. In plaats van in het bivak te eten wordt gekozen om naar

de stad te gaan, en daar wat te zoeken. Ik blijf ter plaatse, ik ben al dat gedoe en getrek al

meer dan zat, geef mij maar de rust van het bivak. In de mediatent raak ik viavia aan de foto‟s

die gisteravond aan het podium zijn gemaakt, mooie herinnering. Dan wat eten, voor de sfeer

zorgt de lokale tam tam band. Iedereen is het erover eens, de danseresjes mogen blijven, die

herrie mag stoppen. Ik breng nog een bezoekje aan Koen Verburgh, die als motorrijder hier

alleen zit en het goed doet rond de 50ste plaats.Als ik terugkeer naar de tent is er nog niemand,

eigenlijk zoals verwacht. Morgen om 5 uur moeten we weer vertrekken, benieuwd of dat gaat

lukken.

Zaterdag 20 januari 2007

Om halfvijf er uit, en zoals verwacht ben ik de enige, ik krijg ze trouwens met geen stokken

wakker ook. Dan maar alleen gaan eten en afwachten. Om 9 uur wordt de eerste beweging

merkbaar, de oogjes zijn klein. Pas als alle deelnemers vertrokken zijn, mogen wij ook de weg

op. Het laatste stuk kan beginnen, nu gaan we naar Dakar. ‟s Middags eten we weer langs de

weg ons lunchpakket op, onder grote belangstelling van de lokale jeugd. Anne kontroleert nog

even de truck, en ziet dat de kapotte wegen van deze morgen hun tol hebben geëist: de

dieseltank met 1000 liter in, is 20 cm opgeschoven in zijn beugels, die nochtans goed vast

stonden. Deze wegen zijn echt niet voor normale voertuigen, al doen ze het hier wel. Bijna

iedere truck die we tegenkomen heeft een as geplooid of wielen krom, waardoor de aanhanger

naast de trekker gaat rijden. Verwrongen chassis zijn hier ook normaal, als het maar rijd is het

goed.

Na nog een kleine tussenstop bereiken we Dakar, of toch tenminste al de voorsteden ervan.

Van hieraf loopt een dubbele weg tot in de hoofdstad. Die dubbele weg word als drievaks

baan gebruikt waar mogelijk, auto‟s en brommer wringen zich door ieder gaatje om een beetje

vooruit te geraken, het verkeer zit hier hopeloos in de knoei. Langs de weg zijn wegenwerken,

want men wil de hoofdstad vlotter bereikbaar maken. Maar als ze zo verder doen dan staat

volgend jaar het verkeer gewoon over 5 vakken stil, verkeersregels kennen ze hier toch niet,

gewoon klaxoneren en langs om het even waar voorbijvliegen. Bij ieder verkeerslicht staan

venters met sierraden, t shirts, fruit, noten (0.75 cent voor een zakje Cashew noten ter info,

maar ze kraken wel van het zand ertussen). Kraampjes staan overal, halve schapen hangen

geslacht vlak naast de weg, er staat wel iemand bij met een palmblad om de vliegen weg te

jagen. De chaos hier is zo mogelijk nog groter dan wat we al tegengekomen zijn. Dakar een

moderne stad? Vergeet het, ze zouden wel willen, en er staan ook enkele supermoderne

gebouwen door westerlingen gezet, maar ze hebben nog een paar honderd jaar te gaan voor ze

zover zijn. Na twee uur aanschuiven bereiken we Le Meridien, een prachtig en uiterst

luxueus beach hotel waar het parc fermé is. Hier vinden we ook de familieleden terug die zijn

overgevlogen om ons te bezoeken. Zij hebben ook een hele lange trip achter de rug in een

busje, 500 km van Gambia naar hier. De buggy laten we hier achter, en we rijden met zijn

allen naar het Lac Rose om daar te kamperen. Er is geen plaats genoeg voor iedereen in de

auto‟s, dus doen we het maar op de Afrikaans manier: in de truck, en ook op het dak van de

truck is er plaats zat. Wat ons wel niet op voorhand verteld is, is dat het nog anderhalf uur

rijden is naar daar. Leuk is anders, als je een over de straat gespannen elektriciteitskabel net

raakt, onder een brug amper enkele centimeters over hebt en takken afkraken tegen de truck

zonder dat de chauffeur ook maar iets inhoud. Na ook nog even de truck vast te rijden op een

lokaal zanderig dorpspleintje komen we toch nog bij het strand aan, waar we kunnen eten. Of

toch niet, want ze hebben daar nog maar voor 9 mensen eten, en wij zijn met teveel. Ook dit is

Afrika. In een nabijgelegen zaak kunnen we wel terecht voor een lekkere maaltijd, trouwens,

niet alleen de maaltijd was lekker, de bediening mocht er ook zijn!

In het stikdonker zetten we de tenten op op het strand, het lijkt hier meer op een zee dan een

meer, zo groot is het. Morgen hebben we alvast het beste zicht op de passerende auto‟s.

Zondag 21 januari 2007

Als we wakker worden is men al druk in de weer met alle voorbereidingen: terreinwagens

voeren eten en gasten aan, de leurders komen in grote getale het strand al op. In tenten die op

het strand staan opgesteld wordt een decadent ontbijt geserveerd voor de grote teams, en hun

VIP sponsors die hier tegen dikke betaling een dagje “echte” Dakar sfeer kunnen proeven.

Constant moet je tegen leurders zeggen dat je niks nodig hebt, dat je geen kado‟s geeft, dat

geen honger hebt, en opletten dat ze ondertussen niks van je jatten. Dat gebeurt ondanks alle

aandacht jammer genoeg wel bij familie van Anne, die hun tas met paspoorten in gestolen

wordt. Politie te paard gaat nog op zoek, maar zonder resultaat.

Langzaam komt er nu beweging op het strand, de eerste motards komen langs gestoven. Deze

etappe is eigenlijk meer een show onderdeel, dus echt gestreden wordt er niet meer. Vooral de

trucks komen hier op volle snelheid voorbij gestoven, luid toeterend. Mooi voor de foto‟s,

iedereen geniet er wel van. Behalve de rijders dan, want voor deze showrit van amper een

paar kilometers moeten ze wel twee keer van Dakar naar hier rijden, een rit van dik 3 uur in

deze heksenketel.

Als de parade voorbij is, neem ik afscheid van de groep, want ik kan met vrienden van Anne

terugkeren naar Dakar met hun taxi. Geen taxi als bij ons natuurlijk, de voorruit wordt met

tape samengehouden, de zetels zijn gescheurd en er liggen kussens op om toch wat

comfortabel te zitten. De deurbekledingen zijn ook niet echt belangrijk, en ook het dashboard

mist een paar stukken. Maar dankzij een uitstekende claxon en veel lef komen we wel vlot in

Dakar, waar de man mij terug afzet bij Le Meridien. Dit is zoals gezegd echt een superluxe

hotel, met enorme tuin, en volledig afgezet om de meeste lokalen wat buiten te houden. Ik

ontmoet er nog enkele Belgen en een Duits koppel dat de Dakar gevolgd heeft. Ik ga nog wat

eten in het buffet, heel sjiek, en best lekker met kompleet dessertbuffet. Even verwennen mag

toch, ja?

Als ik terug naar de bar loop, komt er een wel heel vriendelijke en knappe dame naast me

lopen en vraagt of ik even wil praten. Waarover heb ik maar niet gevraagd, het zal wel over

de prijs geweest zijn zeker? In de bar lopen er nog veel van die, op zoek naar mannen die 3

weken alleen in de woestijn gezeten hebben. Ik schat dat er geen enkele boven de 16 is; de

jongste kan amper 13 jaar geweest zijn, veel succes hebben ze hier niet.

Om 1 uur besluit ik maar te vertrekken naar het vliegveld, en kan een taxi delen met een

Amerikaanse deelnemer die ook naar huis vertrekt. We spreken de prijs af, 5 euro voor de rit.

Halverwege begint de chauffeur moeilijk te doen, en we zijn bereid hem 10 euro te betalen.

Bij de luchthaven echter komen er direkt een paar van zijn vrienden bij de taxi staan, type

kleerkast. Nu eist hij 60 euro, anders gaat de koffer met onze bagage er in niet open. We

betalen het hem maar, er is weinig keuze. De amerikaan slaat de nagel op de kop als hij zegt: I

don‟t give a shit, I just want to leave this rotten country. Bij de douane gaat alles vlot volgens

hun normen, wat geharrewar en drukdoenerij met stempels en nutteloze papieren niet te na

gesproken. Met bijna een uur vertraging vertrekt de vlucht, waardoor ik echt moet sprinten bij

de tussenlanding in Casablanca om mijn aansluiting te halen, gelukkig wacht het vliegtuig op

me. Ik er op, deur toe en vertrekken, da‟s echt nipt.

Bij landing in Zaventem wacht een aangename verassing, bijna mijn hele familie komt me

afhalen. En als je na drie weken weg te zijn, terug vrouw en kind in de armen kan nemen, dan

is dat toch wel de mooiste afsluiter van het hele verhaal.

Geen opmerkingen: