Marokko oktober 2009

 


               Reisverslag Marokko oktober 2009


Bekijk hier de foto's


Maandag 19 Oktober 2009

 

Maandagmorgen, nog donker, we verzamelen bij Geert rond half acht voor ons reisje Marokko.

 


Anne heeft een touringcar voor ons weten te bemachtigen, zodat we in alle comfort naar de luchthaven van Charleroi kunnen, en  speciaal voor ons lijken er die dag ook geen files te zijn op de E40. Zo komen we  ruim op tijd aan op het vliegveld, een unicum. Een vlotte start, we zijn anders gewoon.

Daar ontmoeten we ook Tony, Bony  en Ard die ook meevliegen naar Marokko. Het inchecken verloopt tegen de verwachtingen die we van Ryanair koesteren  in heel vlot, en ook de vlucht zelf is als alle andere. Of het moest het triomfantelijk muziekje zijn tijdens de landing, alsof ze zelf blij zijn dat ze het gehaald hebben. Rond 14.00 uur bereiken we op een normale manier de begane grond, waar Werner en Katrien ons opwachten. Er is niet voor iedereen plaats in de auto, dus ga ik met 4 anderen te voet naar de haven waar de auto’s staan. Geleid door Tony’s  GPS is de weg vinden heel makkelijk. Gewoon in rechte lijn over alle hindernissen zoals spoorwegbruggen en autowegen,  en een half uurtje later kan iedereen beginnen zijn respectievelijk voertuig te beladen.


Tony en Bony vertrekken van hieruit dadelijk richting Algeciras om over te zetten, wij moeten wachten tot vanavond en benutten de tijd om wat te gaan eten en uitgebreid na (voor?) te kaarten. Rond 20.00 uur gaan we dan ook naar de haven, en met de vertaalhulp van Wesley worden de tickets geboekt. Inscheping vangt pas aan om 22.00 uur, en om 23.30u verlaten we het Europese vasteland richting Afrika. Op de boot hebben we een kajuit ter beschikking voor 4, waar we wel met 5 moeten in slapen, want normaal moest Anne bij Geert en Caroline slapen, maar die zien een  “vettige Hollander” op hun kamer niet zo zitten.  Het eindigt dat Anne  dan maar op een bank gaat slapen..

Dat kan geen probleem zijn want  in de bar zijn er veel straffe verhalen verteld, ze zijn met nog straffere drank doorgespoeld en de sfeer is goed. Morgen worden we om 6.00 uur gewekt, als ze ons wakker krijgen tenminste…

 

 

Dinsdag 20 oktober

Wakker worden is geen probleem geweest, en tegen 7 uur rijden we van de boot. Wesley gaat nog langs bij het ticket kantoor om de terugvaart te regelen, maar dat is op dit uur nog gesloten, dus dat moeten we uitstellen tot de terugkeer. We rijden door de stad Melilla, een  Spaanse enclave in Marokko, en bereiken na enige omzwervingen de Marokkaanse grens.  Daar treffen we elkaar, en kunnen we beginnen aan de procedure om Marokko binnen te geraken. Eerst moeten we bij een dokter langsgaan om te controleren of we geen akelige ziekte binnenbrengen. Dat wordt op een zeer efficiënte manier gecontroleerd door even met een infrarood thermometer onze lichaamstemperatuur te meten, de


assistent zet een kruisje op een groot blad bij iedere “patiënt” die goedgekeurd is, en een stempel op onze papieren. Dat ging goed, op naar de volgende. Nu worden de paspoorten gecontroleerd en we worden ingeschreven in het register. Ook goed, nu enkel de autopapieren nog. De volgende beambte wijst ons er op dat de auto’s niet van ons zijn, die zijn nl. van Werner. Geen probleem, speciaal hiervoor hebben we een volmacht geschreven door hem, dat moet volstaan. Niks van, beweert de beambte, dat moet een officieel document zijn, geen zelfgeschreven ding. Dat kunnen we dan krijgen in het politiekantoor even verderop. Daar zit een corpulent heerschap aan een tafeltje gewichtig in een dik register te kijken, waar verder niks mee gebeurd. Hij stuurt ons door naar een andere agent die ook niet goed weet over welke papieren het gaat, bekijkt de onze en neemt ze weer mee naar de eerste douanebeambte. Die heeft ondertussen zijn loket verlaten want de kuisvrouw is net gearriveerd en een vreemde man en vrouw samen in zo’n klein loket kan natuurlijk niet voor de islam. 15 minuten later is ook dit probleem opgelost en bekijkt hij weer onze papieren.

Hetzelfde document is nu plots wel in orde, en we krijgen weer een paar stempels erbij. Nu zijn we anderhalf uur verder en officieel goedgekeurd voor de import. We kunnen de grens over, en van de ene meter op de
andere kom je Afrika binnen, wat zoveel inhoud als puinhoop overal. Aan deze puinhoop voegen wij een klein beetje toe in de vorm van enkele liters mazout die uit de buggy lopen. Bij controle zien we dat de tankontluchting verkeerd zit, en zo lekt. Vlug verholpen, en een milieuramp is weer vermeden. Na een keer misrijden – GPS werkt hier niet te goed, en de wegwijzers zijn nog in opbouw- bereiken we het eerste stadje Taourirt, waar we eten. Er is zowaar een pizzeria en wat ze serveren is nog lekker ook. Achteraf wil de baas nog even op de foto met de buggy’s, dat spreekt. Na de middag doen we nog een stukje asfalt, en dan moet Danny even stoppen om een kapotte kardanhoes te repareren. Van hieraf gaan we een piste op, beginnend met zand, dan stenen, dan grote blokken stenen in een rivierbedding, en uiteindelijk loopt ze dood in een canyon. Terugkeren dus en een uitweg zoeken. Die wordt vlug gevonden en het word al donker als we de piste verlaten en terug op asfalt komen. Een onderkomen voor de nacht vinden we in Missour in hotel Baroudi, te zien aan de vele stickers overal goed bekend bij iedereen die in de woestijn komt spelen. Ze hebben mooie kamers voor ons, lekker eten en vooral meer drank dan goed is voor sommigen.

 

Woensdag 21 oktober

Om 4 uur  wordt ik door de gsm van Anne gewekt, en vervolgens om de10 minuten weer. Anne slaapt er door, en om 6 uur geef ik de strijd op als ook nog de plaatselijke pastoor zijn gelovigen begint te roepen via een veel te zware geluidsinstallatie. Allahah akhbar? Alleman wakker ,ja! Ik besluit om maar eerst aan het wiellager van de buggy te gaan werken. Als ik de motorkap afneem vallen de eerste regendruppels op mijn rug, dan gaat een mens eens naar de woestijn. De bewaker van de parking weet mij te vertellen dat het straks weer over waait, en hij krijgt gelijk. Als de lagers aangespannen zijn is het regenen over. Tegen deze tijd is de bakker ook al langs geweest, en kunnen we aan het ontbijt beginnen. Als ik naar binnen ga kom ik Roger tegen die met een handdoek om het middel naar buiten gaat; hij heeft zijn crossbroek laten liggen in de koffer op de quad.


De tafels staan gedekt, en langzaam komt iedereen binnengedruppeld, in omgekeerde volgorde waarin ze gisteren de bar verlaten hebben.  Na een uurtje is iedereen klaar, en kunnen we vertrekken. Gelijk komt de eerste hindernis boven; waar het roadbook begint is een brug weggespoeld en dus moet er een omleiding gezocht worden. Na wat rondrijden vinden we een aansluiting op de route en gaat het gas er op. Wesley, Roger en Filip trekken zich niks aan van de kapotte brug en willen door de bedding rijden. Wesley moet terugkeren, de 2 quads rijden zich vast en moeten zichzelf omhoog op de berm lieren, hun dag kan niet meer stuk. Ik zit vandaag in de buggy met Anne die besloten heeft om voorzichtig te zijn, kwestie , een van de auto heel te houden. De piste begint over snelle vlakke stukken, en we raken al rap de Toyota kwijt. Dank zij de routes op gps zijn de tracks makkelijk te vinden en gaat het vlot vooruit. Later komen er echter steenpistes met diepe voren  en droge rivierbeddingen waarbij veel gevraagd word van de ophanging, maar alles wordt goed verteerd.

Als we op een piste afslaan zien we de weg al kilometers ver over verschillende toppen lopen, telkens op en neer gaand. Wat begint als nog redelijk te doen, gaat na enkel kilometers over in bijna onmogelijk voor de buggy. Dikwijls moet ik uitstappen om de auto over stenen of door droge beddingen te loodsen, de knikken onderin de dalen zijn zeer kort. Hellingen zijn zo steil dat Anne op een bepaald moment de auto er niet meer op krijgt. Terugkeren en een nieuwe aanloop is de oplossing. Hier komen we ook Roger en Filip tegen, die met hun quads hier in een echte speeltuin zitten. Eenmaal uit de zware piste nemen we een lunchpauze, met Zwan worstjes en mosterd op het menu, en het smaakt nog ook.  Ongelooflijk wat er allemaal in de topkoffer van een quad zit. Volgens eigen zeggen mogen ze 10 dagen verloren rijden, ze komen nog niet in de problemen. Er passeren ook nog diverse rallyvoertuigen, want er is net een Poolse “Dakar” wedstrijd aan de gang. Ard voegt zich hier ook bij ons,en samen gaan we verder.  Na een tankstop demonstreert Roger nog eens dat een Quad makkelijk enkele rondje op 2 wielen kan rijden en dat dat ook mogelijk is langs slingerende bergwegen aan 100 per uur. Hoe ouder hoe zotter, dat beloofd.

Daar het laat op de middag wordt nemen we nu de normale weg naar Erfoud, maar als Wesley bij ons komt weet hij ons te overtuigen om een afkorting te nemen via pistes. We krijgen er geen spijt van, want het is een mooie gevarieerde piste met het eerst zand en enkele kleine duinen. En op een verlaten bergtop, kilometers van alles verwijderd vinden we nog een lemen hutje met ernaast een geïmproviseerd voetbalveld. Geen zachte groene grasmat, maar de grootste keien zijn toch weggehaald.

Het is al donker als we via Rissani naar Hotel Yasmina rijden, een hotel midden in de woestijn rond het mooie Erg Chebbi. We zijn de eersten die hier toekomen, te rap gereden? Nee, de anderen te veel misreden blijkt als ze later een voor een binnendruppelen. Een douche doet deugd om al het stof weg te spoelen, en rond 9 uur kunnen we samen aan tafel. Zonder Geert en Caroline, want die hebben de tijd genomen voor  de rit, en slapen ergens onderweg in een ander hotel. Nog wat nakaarten rond het zwembad, en  bed in. Morgen staan de hoge duinen op het programma.

 

Donderdag 22 oktober

 


Terug om 6 uur er uit, de zon zit al door het raam en het wordt licht in de woestijn, het mooiste moment. Eerste werk is de gebroken luchtleiding op de buggy vervangen, en luchtfilters kuisen.  Tegen die tijd is het ontbijt klaar, en dat kunnen we opeten in de mooie tuin tussen de rozenstruiken, maar even later kiezen we er toch voor om binnen te zitten wegens de vele vliegen. Later op de dag gaan die weg en heb je nergens meer last van, enkel ’s morgens vroeg lijken ze heel actief.  We hebben niet te klagen trouwens; er zijn pannenkoeken, brood, croissants en boterkoeken, en natuurlijk met hun eigen honing van de streek.

Met goed gevulde maag vertrekken we met iedereen door de piste naar Rissani om te tanken, en van daaruit verrekt de route voor vandaag.  Van meet af aan is duidelijk dat Anne en Wesley er een wedstrijd van willen maken; nie pleuje is het motto. De buggy houd het goed vol en de piste is prachtig, dus we genieten er van.  Tot na een wat te uitbundige sprong hij raar stuurt. Reden is een leiding van het blaassysteem die doorgesprongen is. De panne wordt vlug hersteld, maar nu zit Wesley wel op kop en wij in zijn stof. We passeren diepe kloven met loodrechte rotswanden, dalen een bergflank af langs een rotspad dat niet breder is dan de auto en als hoogtepunt gaan we door een in een diepe vallei verborgen oase met palmbomen die sterk aan een brousse doet denken. Het riviertje dat erdoor stroomt  moet zich een weg banen over grote rotsblokken wat een prachtig  beeld geeft. Tijd om foto’s te nemen krijg ik niet, we moeten verder.  Enkele tientallen kilometers verder komen we Wesley en Werner weer tegen met een lekke band. Een reservewiel hebben ze, maar de krik zit in de andere buggy bij Danny. Hier moet je natuurlijk een beetje inventief zijn, en Werner vind een oplossing door een hoop stenen als krik te gebruiken. De panne is snel verholpen en we rijden naar het laatste stuk van de rit richting de duinen achter hotel Yasmina. Hier klopt of het roadbook niet, of ik maak een navigatiefout (natuurlijk verdenk ik het roadbook) maar wij komen wel heel vlug aan bij de voorkant van het hotel zonder de duinen te passeren.


Dus wil Anne nog wel even een toertje doen door het losse zand. De buggy doet het prima in de duinen en we rijden steeds hoger, op zoek naar de grenzen. En die grens komt vrij vlug in zicht als we over een wel heel scherpe duintop rijden. Met de voorwielen van de grond balanceert de buggy op de top, dus dat wordt scheppen. Na een ijdele poging komt Ard ons al met zijn quad tegemoet om ons er uit te lieren. Volgens zijn zeggen zagen ze ons met veel
leedvermaak bezig vanop het terras van het hotel.  Het lostrekken gaat heel vlot omdat we al flink wat zand weggeschept hadden en wij besluiten wijselijk om maar naar het hotel terug te keren. Daar is men de Sangria van Danny al goed aan het testen aan de rand van het zwembad. Moe en stoffig vallen we in een stoel. En als na een partijtje vechten tussen Geert en Wesley  een paar man in het zwembad beland volgt de rest al gauw. Dit doet geweldig deugd, en er volgt nog een partijtje waterpolo met een meloen. Daarna gaan er nog een paar man spelen met de quads en buggy’s in de duinen. De buggy komt echter opvallend vroeg terug, met een kapotte turbo. Oorzaak onbekend, maar dit betekent wel dat we op zoek moeten naar een nieuwe. In de Toyota dus, en terug de piste op naar Rissani. Daar stoppen we bij een grote autoshop. De jongen in de winkel roept de monteur, die roept de baas, en die belt een garagist die misschien een turbo heeft liggen. Hij rijd ons voor door de stad naar een kleine garage.

De man heeft ter plaatse ook niks, maar heeft nog een magazijn even buiten het stadje. Deze keer voert de verkoper ons en de garagist naar daar. Een afgelegen gebouw, zonder elektriciteit, met een grote hopen oude onderdelen overal. Met een zaklamp wordt in een loods
gezocht, en een turbo gevonden. Niet perfect dezelfde, maar bruikbaar. Terug naar de garage dan om hem van de cilinderkop te demonteren. Als we daar vragen of hij ook nog een stukje ijzer heeft om een tussenflens te maken, voert de  verkoper ons naar een ander atelier waar ezelkarren gelast worden. Die man heeft een plaatje voor ons, en we kunnen weer in het donker over de piste naar het hotel. Daar heeft Roger de barbecue al opgestookt, en als voorgerecht krijgen we worsten en ribbetjes. Niet te verwonderen dat er bij het avondeten in het hotel weinig gegeten wordt.

 

 

 

Vrijdag 23 oktober

Na het ontbijt beginnen we aan de buggy. De nieuwe turbo komt er op, er wordt een tussenflens gemaakt en de uitlaat aangepast. Olieleidingen doorzagen en de juiste aansluitingen er weer aanlassen. Dit alles gebeurt in op de parking en rond het zwembad van het hotel. Handig als je een pas gelast stuk weer kan afkoelen in het zwembad! Terwijl Anne aan het lassen is komt een local gewoon meekijken, zonder lasbril, en geeft Anne instructies: à gauche, à droite…Die mannen hebben hier een ingebouwde lasbril zeker?  Na een uur of twee werken is alles klaar en vertrekken we voor ons dagelijks stukje woestijn. De buggy heeft wel een stuk minder vermogen met de verkeerde turbo, maar het is beter dan niks.

 Deze keer rijd ik mee met David en Geert met Caroline, iets ontspannener dus. Geert krijgt een snelcursus duinen rijden en trekt vlug zijn plan. Moet ook, want het begin van de piste loopt door enkele kilometers duinen.



Die gaan over in een dorpje, waar we stoppen voor het middagmaal. Geert neemt de uitbater mee op zoek naar een paar flesjes bier die hij vind in een naburig hotel. Voor een moslimland is het wel opmerkelijk  dat het gebrouwen wordt in Marokko onder de naam Casablanca.
Alcoholvrij is het zeker niet, en in deze hitte krijg ik er maar een halfje uit, de rest heeft er minder problemen mee. We bestellen een “omelette berber”, want inhoud een grote kom salade, frieten, erwtjes en een tanzine met de omelet en nog groenten. Heel lekker, en we sluiten nog met een koffie. Ondertussen zijn ook Anne en Hans bij ons komen zitten, zij kwamen nog achter met de buggy die het nog steeds goed doet. Ons etentje met 6 kost hier de lieve som van 35 euro, haast onvoorstelbaar. Als we weer willen wegrijden doet onze Toyota niks meer, enkel een lichte klik als de sleutel wordt omgedraaid. Platte batterij dus, al kan ik niet denken dat ik iets heb laten aanstaan. Een ruk met het sleeplint lost alles op, en we gaan weer op pad, maar aangezien we alleen vertrekken moeten we wel heel goed opletten dat de motor niet stilvalt want starten zal er niet meer bij zijn.


 Eerst moeten we nu op zoek naar een tankstation, en mijn oog valt op een handgeschilderd bordje met “garage automobile” er op, en wat verder ook “essence sans plomb – gasoil”. Dus draaien we het straatje in, maar een pomp vinden we niet, enkel twee beschilderde deurtjes met ook nog eens essence er op. Bij navraag in de winkel er tegenover blijkt het daar te zijn, en iemand gaat de eigenaar zoeken. De deurtjes gaan open, en op een kist ligt een ijzeren vat. De mazout wordt in een oude 5 liter fles van frituurolie gedaan en via een trechter in de tank gegoten. Het zand in de fles gaat gewoon mee de tank in, en ik krijg al visioenen van verstopte filters. Als we afrekenen blijkt de mazout plots duurder geworden als toen we eerst de prijs vroegen, maar met 90 cent in plaats van 80 toch nog goedkoper dan bij ons. Pas later hoor ik dat de mazout hier bijna allemaal gesmokkeld wordt vanuit Algerije, wat hier niet zo ver vandaan is. Met in het achterhoofd de slechte batterij besluiten we om ons niet meer op de piste te wagen en naar het hotel terug te keren, temeer daar het al 16 uur is en binnen 2 uur donker wordt. In het hotel controleren we de Toyota en blijkt de batterij defect te zijn, dus moeten we weer een nieuwe gaan zoeken in Rissani. Hetzelfde scenario: we vragen het bij een benzinestation, en die geven ons 2 kinderen mee om de weg te wijzen. Die gastjes kruipen natuurlijk gezwind op de achterbank. Een paar straten verder is inderdaad een werkplaats “pneus – Électricité auto “. Die man blijkt over een enorme voorraad batterijen te beschikken, en heeft het juiste type in voorraad zonder probleem. We kunnen zelfs nog kiezen tussen een zwarte of een witte. Op mijn vraag of het een goede batterij is krijg ik als antwoord: Inch Allah; als Allah het wil. Ondertussen gaat Werner met die jongentjes naar de bank, die wel al gesloten is, maar ze sporen de eigenaar op en die doet gewoon de bank weer open. De batterij is nu ook al gemonteerd en we kunnen weer terug. Mijn eerste werk is nu een duik in het zwembad, dat kan deugd doen. De barbecue wordt weer aangestoken, en de rest van het vlees gebakken. Rond 20.30 uur pas komen Hans en Anne binnen, met een gescheurde arm aan de ophanging vooraan. Gisteren hebben we er heel hard een te diepe richel mee geraakt, en dat is waarschijnlijk de oorzaak. Gelukkig zijn ze er toch nog mee tot het hotel geraakt. Dat wordt morgenvroeg weer laswerk dus.

 

 

 

 

Zaterdag 24 Oktober

 

De dag begint traditiegetrouw weer met de brokken van de vorige dag te repareren. Dat betekent dus dat de arm van de ophanging rechts er van onder gaat om te lassen. Als Werner ontdekt dat de gasflessen leeg zijn omdat gisteren de kraan is blijven openstaan hebben we wel een probleempje. Maar hier kan alles opgelost worden, dus nemen Anne en Hans hem mee naar het dorp om hem daar te laten lassen. Ondertussen herstel ik nog het startcontact van de Toyota, kuis de buggy en pak mijn bagage in. 2 man zijn nog niet op het appel verschenen, ze worden ziek gemeld. Waarschijnlijk zitten die flessen drank van gisteravond er voor iets tussen, zijzelf beweren dat het aan de meloen lag, uiteraard. Het is al tegen 13 uur als Anne terugkomt met de arm, die perfect hersteld is. Minder is dat er ook een deuk in het spatbord zit. Hun auto stond geparkeerd tegen een bandencentrale, en bij het monteren van een vrachtwagenband was daar een stuk weggevlogen, meters hoog in de lucht en terug op de auto. Al een geluk dat er geen gewonden zijn gevallen. De arbeiders moesten toen Allah daarvoor danken, en de bluts in onze auto was hun fout niet, die was ook bij Allah te zoeken, want die regelt echt alles hier ten lande. Ik geloof nooit dat Allah een omnium heeft, zijn kaartje hebben we ook nooit gezien. Nadat de arm gemonteerd is kunnen we onze terugreis beginnen. Alles verloopt vlot, zij het wat trager door de andere turbo. Na een tweetal uren rijden stoppen we even aan een cafeetje voor een cola. Zoals bijna overal hier in de dorpjes op de buiten hangt er een luchtje, deze


keer nog met een verbrande lucht erbij, niks speciaal. Als ik mij rechtstel om een foto te nemen, beginnen een paar mannen die om de hoek zitten plots naar mij te roepen:”monsieur, votre voiture!!!!!”. Ik draai mij om naar de buggy en zie dat er vanonder de motorkap een rookwolk begint te komen. Paniek natuurlijk! Vlug in de auto de batterij afleggen, en dan duik ik onder de motorkap, waar rook vanuit een motor van één van de ventilatoren opstijgt. De draden zijn er rap af, en gelukkig is er nog niks ernstig gebeurt, je mag er niet aan denken dat dit tijdens het rijden was voorgevallen.  Terwijl ik nog onder de motorkap zit gaat mijn GSM . Iemand van het bestuur van onze motorclub belt dat er een lid die we allen goed kennen is overleden ten gevolge van een arbeidsongeval. Hoeveel slecht nieuws kan je op 1 dag krijgen? Met een klein hartje rijden we verder, je weet nooit natuurlijk. Het gaat enkele kilometers vlot, tot ik Anne zijn gezicht zie betrekken. De motor heeft nu helemaal geen fut meer en gaat in noodprogramma, waardoor hij amper nog meekan met een vrachtwagen. Niks aan te doen, eigenlijk zijn we een beetje blij dat we nog kunnen rijden, al schiet het nu zeker niet meer op tussen de vrachtwagens. Maar de pech stopt nog niet, als het donker wordt gaan de lichten aan, en zien we dat de rechtse koplamp meer weg heeft van een knipperlicht. Na enige tijd geeft ze dan ook de geest, en moeten we over de kleine donkere wegen met 1 lamp. Als ik nu ook nog vertel dat we de achterlichten hebben moeten afleggen omdat  er bij werkzaamheden een kortsluiting in de kabel is gemaakt, zitten we dus nog met welgeteld 1 lamp op een buggy met de snelheid van een oude kamion. Als noodoplossing hang ik het kaartleeslampje uit het zijraam naar achter gericht, dan hebben we toch nog iets. Onnodig te zeggen dat de reis verre van plezant was. Gelukkig bereiken we om 19.30 uur toch nog hotel Baroudi in Missour waar we kunnen overnachten, Geert en Caroline komen een half uur later aan. Benieuwd voor de 350 km die ons nog resten morgen naar de grens…

 

Zondag 25 oktober

De dag begint goed, met boterkoeken en vers fruitsap als ontbijt om 7 uur, speciaal voor ons staan ze wat vroeger op. Om 8 uur is iedereen klaar om te vertrekken, de bagage wordt ingeladen en Geert laat de Toyota al warmdraaien. Tenminste, dat wil hij proberen. De auto start bijna niet en slaat grote roetwolken uitbrakend sporadisch aan. Al gauw schuift hij op zijn eigen discrete manier de schuld op de slechte Marokkaanse mazout, de mannen rond ons verzekeren ons dat de kwaliteit goed is, maar we herinneren ons de tankbeurt met de oliekan nog wel 2 dagen geleden. We besluiten maar eerst om de brandstoffilter te kuisen. Die zit muurvast, maar met enkele truuken krijgen we hem toch los, enkel om vast te stellen dat het brandschoon is. Als ik de leidingen kontroleer zie ik dat er één wat loszit en span ze aan; probleem opgelost. Nog vlug de aansluitingen van de koelventilator op de buggy veranderen want die waren gisteren ook niet goed en we kunnen vertrekken. Niets te vroeg, want er zijn nog 350 km over kleine banen te rijden, we moeten de grens over, tickets boeken en de boot vaart uit om 16.00 uur. Gelijk bij de start voelt Anne al dat de buggy meer macht heeft. Een nachtje rust heeft de elektronica goed gedaan en we kunnen weer 120 rijden. De rest van de reis verloopt uitzonderlijk vlot, en tegen de middag bereiken we al de grens.


Uit Marokko geraken gaat beter dan er in, en amper 15 minuten en evenveel stempels later rijden we Spaans grondgebied binnen. Direct naar de loketten van de ferrydienst, waar de juffrouw die enkel Spaans spreekt ons doorverwijst naar het meisje naast haar die wel Engels spreekt; Ze bekijkt onze paspoorten en roept direct : “ha, Belgen”. Blijkt dat ze in Antwerpen geboren is en pas enkele maanden geleden naar hier is teruggekeerd. We hebben nu een snelle catamaran die ons in 4 uur naar Malaga vaart. Terloops vragen we even hoe laat het hier is wegens het uurverschil met Marokko, en verschieten even als ze zegt dat we nog 50 minuten hebben om in te schepen. Dank zij de wintertijd is onze wachttijd wel flink ingekort, en komen we nu niet ’s nachts maar in de late avond aan in het hotel in Malaga, mooi meegenomen.  Het hotel is gelukkig vlak bij de haven, en na een douche

gaan we de stad in om te eten. Een heel mooi stadscentrum trouwens, met prachtige gebouwen. De buggy en de Toyota parkeren we in een aanpalende straat, met begeleiding van een plaatselijke junkie die natuurlijk een vergoeding wil voor zijn zware arbeid.  


Misschien hebben we hem wel te weinig gegeven, want als we terugkeren van het eten zien we de buggy met 2 lekke achterbanden. Iemand vond het zo te zien wel spannend om de deuren open te trekken, en aan alle knopjes te zitten. De banden zijn gelukkig niet lek, enkel met het blaassysteem afgelaten. Er is niets verdwenen omdat er toch niks meer inzat, en we doen de deuren terug op slot.

 

Maandag 26 oktober

 

’s  Morgen 8 uur er uit, ontbijten, en dan vertrekken we naar de haven. En weer is de deur van de buggy open gedaan, en banden plat. Nu is er wel het noodhamertje uit gestolen. Nu ja, het kon erger.  Banden terug opblazen en gas naar de haven. De bagage laden we over in de truck, en wij gaan te voet  verder naar de luchthaven, die heel  dichtbij is. Daar krijgen we telefoon van Caroline; ze hebben een parkeerbon onder de voorruit, en de achterruit is ingeslagen. Leuk volkje hier in Malaga, in Marokko ben je veiliger. Niks aan te doen, gebeurd is gebeurd  en ook zij rijden naar de haven om de auto te stallen, en voegen zich bij ons om te wachten op de vlucht. Die komt op tijd, en brengt ons terug thuis, waar de zomer al lang voorbij is.

Geen opmerkingen: