Reisverslag Marokko oktober 2009
Bekijk hier de foto's
Maandag 19 Oktober 2009
Maandagmorgen, nog donker, we verzamelen bij
Geert rond half acht voor ons reisje Marokko.
Anne heeft een touringcar voor ons weten te bemachtigen, zodat we in alle comfort naar de luchthaven van Charleroi kunnen, en speciaal voor ons lijken er die dag ook geen files te zijn op de E40. Zo komen we ruim op tijd aan op het vliegveld, een unicum. Een vlotte start, we zijn anders gewoon.
Daar ontmoeten we ook Tony, Bony en Ard die ook meevliegen naar Marokko. Het inchecken verloopt tegen de verwachtingen die we van Ryanair koesteren in heel vlot, en ook de vlucht zelf is als alle andere. Of het moest het triomfantelijk muziekje zijn tijdens de landing, alsof ze zelf blij zijn dat ze het gehaald hebben. Rond 14.00 uur bereiken we op een normale manier de begane grond, waar Werner en Katrien ons opwachten. Er is niet voor iedereen plaats in de auto, dus ga ik met 4 anderen te voet naar de haven waar de auto’s staan. Geleid door Tony’s GPS is de weg vinden heel makkelijk. Gewoon in rechte lijn over alle hindernissen zoals spoorwegbruggen en autowegen, en een half uurtje later kan iedereen beginnen zijn respectievelijk voertuig te beladen.
Dat kan geen probleem zijn want in de bar zijn er veel straffe verhalen
verteld, ze zijn met nog straffere drank doorgespoeld en de sfeer is goed.
Morgen worden we om 6.00 uur gewekt, als ze ons wakker krijgen tenminste…
Dinsdag 20 oktober
Wakker worden is geen probleem geweest, en tegen 7 uur rijden we van de boot. Wesley gaat nog langs bij het ticket kantoor om de terugvaart te regelen, maar dat is op dit uur nog gesloten, dus dat moeten we uitstellen tot de terugkeer. We rijden door de stad Melilla, een Spaanse enclave in Marokko, en bereiken na enige omzwervingen de Marokkaanse grens. Daar treffen we elkaar, en kunnen we beginnen aan de procedure om Marokko binnen te geraken. Eerst moeten we bij een dokter langsgaan om te controleren of we geen akelige ziekte binnenbrengen. Dat wordt op een zeer efficiënte manier gecontroleerd door even met een infrarood thermometer onze lichaamstemperatuur te meten, de
assistent zet een kruisje op een groot blad bij iedere “patiënt” die goedgekeurd is, en een stempel op onze papieren. Dat ging goed, op naar de volgende. Nu worden
Hetzelfde document is nu plots wel in orde, en we krijgen weer een paar stempels erbij. Nu zijn we anderhalf uur verder en officieel goedgekeurd voor de import. We kunnen de grens over, en van de ene meter op de
Woensdag 21 oktober
De tafels staan gedekt, en langzaam komt iedereen binnengedruppeld, in omgekeerde volgorde waarin ze gisteren de bar verlaten hebben. Na een uurtje is iedereen klaar, en kunnen we vertrekken. Gelijk komt de eerste hindernis boven; waar het roadbook begint is een brug weggespoeld en dus moet er een omleiding gezocht worden. Na wat rondrijden vinden we een aansluiting op de route en gaat het gas er op. Wesley, Roger en Filip trekken zich niks aan van de kapotte brug en willen door de bedding rijden. Wesley moet terugkeren, de 2 quads rijden zich vast en moeten zichzelf omhoog op de berm lieren, hun dag kan niet meer stuk. Ik zit vandaag in de buggy met Anne die besloten heeft om voorzichtig te zijn, kwestie , een van de auto heel te houden. De piste begint over snelle vlakke stukken, en we raken al rap de Toyota kwijt. Dank zij de routes op gps zijn de tracks makkelijk te vinden en gaat het vlot vooruit. Later komen er echter steenpistes met diepe voren en droge rivierbeddingen waarbij veel gevraagd word van de ophanging, maar alles wordt goed verteerd.
Daar het laat op de middag wordt nemen we nu
de normale weg naar Erfoud, maar als Wesley bij ons komt weet hij ons te
overtuigen om een afkorting te nemen via pistes. We krijgen er geen spijt van,
want het is een mooie gevarieerde piste met het eerst zand en enkele kleine
duinen. En op een verlaten bergtop, kilometers van alles verwijderd vinden we
nog een lemen hutje met ernaast een geïmproviseerd voetbalveld. Geen zachte
groene grasmat, maar de grootste keien zijn toch weggehaald.
Het is al donker als we via Rissani naar Hotel
Yasmina rijden, een hotel midden in de woestijn rond het mooie Erg Chebbi. We
zijn de eersten die hier toekomen, te rap gereden? Nee, de anderen te veel
misreden blijkt als ze later een voor een binnendruppelen. Een douche doet
deugd om al het stof weg te spoelen, en rond 9 uur kunnen we samen aan tafel.
Zonder Geert en Caroline, want die hebben de tijd genomen voor de rit, en slapen ergens onderweg in een
ander hotel. Nog wat nakaarten rond het zwembad, en bed in. Morgen staan de hoge duinen op het
programma.
Donderdag 22 oktober
Terug om 6 uur er uit, de zon zit al door het raam en het wordt licht in de woestijn, het mooiste moment. Eerste werk is de gebroken luchtleiding op de buggy vervangen, en luchtfilters kuisen. Tegen die tijd is het ontbijt klaar, en dat kunnen we opeten in de mooie tuin tussen de rozenstruiken, maar even later kiezen we er toch voor om binnen te zitten wegens de vele vliegen. Later op de dag gaan die weg en heb je nergens meer last van, enkel ’s morgens vroeg lijken ze heel actief. We hebben niet te klagen trouwens; er zijn pannenkoeken, brood, croissants en boterkoeken, en natuurlijk met hun eigen honing van de streek.
Met goed gevulde maag vertrekken we met iedereen door de piste naar Rissani om te tanken, en van daaruit verrekt de route voor vandaag. Van meet af aan is duidelijk dat Anne en Wesley er een wedstrijd van willen maken; nie pleuje is het motto. De buggy houd het goed vol en de piste is prachtig, dus we genieten er van. Tot na een wat te uitbundige sprong hij raar stuurt. Reden is een leiding van het blaassysteem die doorgesprongen is. De panne wordt vlug hersteld, maar nu zit Wesley wel op kop en wij in zijn stof. We passeren diepe kloven met loodrechte rotswanden, dalen een bergflank af langs een rotspad dat niet breder is dan de auto en als hoogtepunt gaan we door een in een diepe vallei verborgen oase met palmbomen die sterk aan een brousse doet denken. Het riviertje dat erdoor stroomt moet zich een weg banen over grote rotsblokken wat een prachtig beeld geeft. Tijd om foto’s te nemen krijg ik niet, we moeten verder. Enkele tientallen kilometers verder komen we Wesley en Werner weer tegen met een lekke band. Een reservewiel hebben ze, maar de krik zit in de andere buggy bij Danny. Hier moet je natuurlijk een beetje inventief zijn, en Werner vind een oplossing door een hoop stenen als krik te gebruiken. De panne is snel verholpen en we rijden naar het laatste stuk van de rit richting de duinen achter hotel Yasmina. Hier klopt of het roadbook niet, of ik maak een navigatiefout (natuurlijk verdenk ik het roadbook) maar wij komen wel heel vlug aan bij de voorkant van het hotel zonder de duinen te passeren.
Dus wil Anne nog wel even een toertje doen door het losse zand. De buggy doet het prima in de duinen en we rijden steeds hoger, op zoek naar de grenzen. En die grens komt vrij vlug in zicht als we over een wel heel scherpe duintop rijden. Met de voorwielen van de grond balanceert de buggy op de top, dus dat wordt scheppen.
De man heeft ter plaatse ook niks, maar heeft nog een magazijn even buiten het stadje. Deze keer voert de verkoper ons en de garagist naar daar. Een afgelegen gebouw, zonder elektriciteit, met een grote hopen oude onderdelen overal. Met een zaklamp wordt in een loods
Vrijdag 23 oktober
Na het ontbijt beginnen we aan de buggy. De
nieuwe turbo komt er op, er wordt een tussenflens gemaakt en de uitlaat
aangepast. Olieleidingen doorzagen en de juiste aansluitingen er weer
aanlassen. Dit alles gebeurt in op de parking en rond het zwembad van het
hotel. Handig als je een pas gelast stuk weer kan afkoelen in het zwembad!
Terwijl Anne aan het lassen is komt een local gewoon meekijken, zonder lasbril,
en geeft Anne instructies: à gauche, à droite…Die mannen hebben hier een
ingebouwde lasbril zeker? Na een uur of
twee werken is alles klaar en vertrekken we voor ons dagelijks stukje woestijn.
De buggy heeft wel een stuk minder vermogen met de verkeerde turbo, maar het is
beter dan niks.
Die gaan over in een dorpje, waar we stoppen voor het middagmaal. Geert neemt de uitbater mee op zoek naar een paar flesjes bier die hij vind in een naburig hotel. Voor een moslimland is het wel opmerkelijk dat het gebrouwen wordt in Marokko onder de naam Casablanca.
Eerst moeten we nu op zoek naar een tankstation, en mijn oog valt op een handgeschilderd bordje met “garage automobile” er op, en wat verder ook “essence sans plomb – gasoil”. Dus draaien we het straatje in, maar een pomp vinden we niet, enkel twee beschilderde deurtjes met ook nog eens essence er op. Bij navraag in de winkel er tegenover blijkt het daar te zijn, en iemand gaat de eigenaar zoeken. De deurtjes gaan open, en op een kist ligt een ijzeren vat. De mazout wordt in een oude 5 liter fles van frituurolie gedaan en via een trechter in de tank gegoten. Het zand in de fles gaat gewoon mee de tank in, en ik krijg al visioenen van verstopte filters. Als we afrekenen blijkt de mazout plots duurder geworden als toen we eerst de prijs vroegen, maar met 90 cent in plaats van 80 toch nog goedkoper dan bij ons. Pas later hoor ik dat de mazout hier bijna allemaal gesmokkeld wordt vanuit Algerije, wat hier niet zo ver vandaan is. Met in het achterhoofd de slechte batterij besluiten we om ons niet meer op de piste te wagen en naar het hotel terug te keren, temeer daar het al 16 uur is en binnen 2 uur donker wordt. In het hotel controleren we de Toyota en blijkt de batterij defect te zijn, dus moeten we weer een nieuwe gaan zoeken in Rissani. Hetzelfde scenario: we vragen het bij een benzinestation, en die geven ons 2 kinderen mee om de weg te wijzen. Die gastjes kruipen natuurlijk gezwind op de achterbank. Een paar straten verder is inderdaad een werkplaats “pneus – Électricité auto “. Die man blijkt over een enorme voorraad batterijen te beschikken, en heeft het juiste type in voorraad zonder probleem. We kunnen zelfs nog kiezen tussen een zwarte of een witte. Op mijn vraag of het een goede batterij is krijg ik als antwoord: Inch Allah; als Allah het wil. Ondertussen gaat Werner met die jongentjes naar de bank, die wel al gesloten is, maar ze sporen de eigenaar op en die doet gewoon de bank weer open. De batterij is nu ook al gemonteerd en we kunnen weer terug. Mijn eerste werk is nu een duik in het zwembad, dat kan deugd doen. De barbecue wordt weer aangestoken, en de rest van het vlees gebakken. Rond 20.30 uur pas komen Hans en Anne binnen, met een gescheurde arm aan de ophanging vooraan. Gisteren hebben we er heel hard een te diepe richel mee geraakt, en dat is waarschijnlijk de oorzaak. Gelukkig zijn ze er toch nog mee tot het hotel geraakt. Dat wordt morgenvroeg weer laswerk dus.
Zaterdag 24 Oktober
De dag begint traditiegetrouw weer met de
brokken van de vorige dag te repareren. Dat betekent dus dat de arm van de
ophanging rechts er van onder gaat om te lassen. Als Werner ontdekt dat de
gasflessen leeg zijn omdat gisteren de kraan is blijven openstaan hebben we wel
een probleempje. Maar hier kan alles opgelost worden, dus nemen Anne en Hans
hem mee naar het dorp om hem daar te laten lassen. Ondertussen herstel ik nog
het startcontact van de Toyota, kuis de buggy en pak mijn bagage in. 2 man zijn
nog niet op het appel verschenen, ze worden ziek gemeld. Waarschijnlijk zitten
die flessen drank van gisteravond er voor iets tussen, zijzelf beweren dat het
aan de meloen lag, uiteraard. Het is al tegen 13 uur als Anne terugkomt met de
arm, die perfect hersteld is. Minder is dat er ook een deuk in het spatbord
zit. Hun auto stond geparkeerd tegen een bandencentrale, en bij het monteren
van een vrachtwagenband was daar een stuk weggevlogen, meters hoog in de lucht
en terug op de auto. Al een geluk dat er geen gewonden zijn gevallen. De
arbeiders moesten toen Allah daarvoor danken, en de bluts in onze auto was hun
fout niet, die was ook bij Allah te zoeken, want die regelt echt alles hier ten
lande. Ik geloof nooit dat Allah een omnium heeft, zijn kaartje hebben we ook
nooit gezien. Nadat de arm gemonteerd is kunnen we onze terugreis beginnen.
Alles verloopt vlot, zij het wat trager door de andere turbo. Na een tweetal
uren rijden stoppen we even aan een cafeetje voor een cola. Zoals bijna overal
hier in de dorpjes op de buiten hangt er een luchtje, deze
keer nog met een verbrande lucht erbij, niks speciaal. Als ik mij rechtstel om een foto te nemen, beginnen een paar mannen die om de hoek zitten plots naar mij te roepen:”monsieur, votre voiture!!!!!”. Ik draai mij om naar de buggy en zie dat er vanonder de motorkap een rookwolk begint te komen. Paniek natuurlijk! Vlug in de auto de batterij afleggen, en dan duik ik onder de motorkap, waar rook vanuit een motor van één van de ventilatoren opstijgt. De draden zijn er rap af, en gelukkig is er nog niks ernstig gebeurt, je mag er niet aan denken dat dit tijdens het rijden was voorgevallen. Terwijl ik nog onder de motorkap zit gaat mijn GSM . Iemand van het bestuur van onze motorclub belt dat er een lid die we allen goed kennen is overleden ten gevolge van een arbeidsongeval. Hoeveel slecht nieuws kan je op 1 dag krijgen? Met een klein hartje rijden we verder, je weet nooit natuurlijk. Het gaat enkele kilometers vlot, tot ik Anne zijn gezicht zie betrekken. De motor heeft nu helemaal geen fut meer en gaat in noodprogramma, waardoor hij amper nog meekan met een vrachtwagen. Niks aan te doen, eigenlijk zijn we een beetje blij dat we nog kunnen rijden, al schiet het nu zeker niet meer op tussen de vrachtwagens. Maar de pech stopt nog niet, als het donker wordt gaan de lichten aan, en zien we dat de rechtse koplamp meer weg heeft van een knipperlicht. Na enige tijd geeft ze dan ook de geest, en moeten we over de kleine donkere wegen met 1 lamp. Als ik nu ook nog vertel dat we de achterlichten hebben moeten afleggen omdat er bij werkzaamheden een kortsluiting in de kabel is gemaakt, zitten we dus nog met welgeteld 1 lamp op een buggy met de snelheid van een oude kamion. Als noodoplossing hang ik het kaartleeslampje uit het zijraam naar achter gericht, dan hebben we toch nog iets. Onnodig te zeggen dat de reis verre van plezant was. Gelukkig bereiken we om 19.30 uur toch nog hotel Baroudi in Missour waar we kunnen overnachten, Geert en Caroline komen een half uur later aan. Benieuwd voor de 350 km die ons nog resten morgen naar de grens…
Zondag 25 oktober
Uit Marokko geraken gaat beter dan er in, en
amper 15 minuten en evenveel stempels later rijden we Spaans grondgebied
binnen. Direct naar de loketten van de ferrydienst, waar de juffrouw die enkel
Spaans spreekt ons doorverwijst naar het meisje naast haar die wel Engels
spreekt; Ze bekijkt onze paspoorten en roept direct : “ha, Belgen”. Blijkt dat
ze in Antwerpen geboren is en pas enkele maanden geleden naar hier is
teruggekeerd. We hebben nu een snelle catamaran die ons in 4 uur naar Malaga
vaart. Terloops vragen we even hoe laat het hier is wegens het uurverschil met
Marokko, en verschieten even als ze zegt dat we nog 50 minuten hebben om in te
schepen. Dank zij de wintertijd is onze wachttijd wel flink ingekort, en komen
we nu niet ’s nachts maar in de late avond aan in het hotel in Malaga, mooi
meegenomen. Het hotel is gelukkig vlak
bij de haven, en na een douche
gaan we de stad in om te eten. Een heel mooi
stadscentrum trouwens, met prachtige gebouwen. De buggy en de Toyota parkeren
we in een aanpalende straat, met begeleiding van een plaatselijke junkie die
natuurlijk een vergoeding wil voor zijn zware arbeid.
Misschien hebben we hem wel te weinig gegeven, want als we terugkeren van het eten zien we de buggy met 2 lekke achterbanden. Iemand vond het zo te zien wel spannend om de deuren open te trekken, en aan alle knopjes te zitten. De banden zijn gelukkig niet lek, enkel met het blaassysteem afgelaten. Er is niets verdwenen omdat er toch niks meer inzat, en we doen de deuren terug op slot.
Maandag 26 oktober
’s
Morgen 8 uur er uit, ontbijten, en dan vertrekken we naar de haven. En
weer is de deur van de buggy open gedaan, en banden plat. Nu is er wel het
noodhamertje uit gestolen. Nu ja, het kon erger. Banden terug opblazen en gas naar de haven.
De bagage laden we over in de truck, en wij gaan te voet verder naar de luchthaven, die heel dichtbij is. Daar krijgen we telefoon van
Caroline; ze hebben een parkeerbon onder de voorruit, en de achterruit is
ingeslagen. Leuk volkje hier in Malaga, in Marokko ben je veiliger. Niks aan te
doen, gebeurd is gebeurd en ook zij
rijden naar de haven om de auto te stallen, en voegen zich bij ons om te
wachten op de vlucht. Die komt op tijd, en brengt ons terug thuis, waar de
zomer al lang voorbij is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten